Mahonia (Berberis aquifolium, synoniem: Mahonia aquifolium) of mahonie is een botanische naam voor een geslacht van struiken uit de berberisfamilie (Berberidaceae). Het geslacht is genoemd naar Bernard M'Mahon of McMahon (1775-1816), een Amerikaans botanicus. Het heeft dus niets te maken met de houtsoort mahonie.
Er is geen overeenstemming of dit geslacht het verdient erkend te worden of dat het ingevoegd moet worden bij het geslacht Berberis. De 23e druk van de Heukels kiest voor dit laatste.
Indien erkend telt het een 70-tal soorten. De planten in dit geslacht zijn groenblijvend. De bladeren zijn samengesteld. Het zijn langzame groeiers. Ze onderscheiden ze zich van Berberis door hun grote geveerde bladeren. De geveerde bladeren zijn 10-50 cm lang en bestaan uit 5 tot 15 deelblaadjes, die aan de punten vaak voorzien zijn van scherpe stekels. De bloemen staan aan 5-20 cm lange stelen.
Het geslacht komt van nature voor in Oost-Azië, de Himalaya, Noord-Amerika en Midden-Amerika.
In België en Nederland komt slechts één soort in het wild voor, namelijk de mahonie (Berberis aquifolium, synoniem: Mahonia aquifolium). Deze soort stamt oorspronkelijk uit het gebied langs de westkust van Noord-Amerika, maar is in Nederland en België uit parken en tuinen verwilderd.
Hiernaast treffen we in tuinen en parken vaak Mahonia japonica, of Japanse mahonie en Mahonia bealei aan.
Voor gebruik in de tuin zijn een aantal rassen gekweekt. Cultivars zijn:
Deze winterbloeiers verschaffen de tuin in de rustige winterperiode een mooie, gele tint.
De blauwzwarte bessen zijn eetbaar, rijk aan vitamine C, maar met een zeer scherpe smaak.[1] De bessen worden ook tot marmelade en vruchtensap verwerkt.
Een beperkte opsomming uit de ± 70 soorten:
Mahonia (Berberis aquifolium, synoniem: Mahonia aquifolium) of mahonie is een botanische naam voor een geslacht van struiken uit de berberisfamilie (Berberidaceae). Het geslacht is genoemd naar Bernard M'Mahon of McMahon (1775-1816), een Amerikaans botanicus. Het heeft dus niets te maken met de houtsoort mahonie.
Er is geen overeenstemming of dit geslacht het verdient erkend te worden of dat het ingevoegd moet worden bij het geslacht Berberis. De 23e druk van de Heukels kiest voor dit laatste.
Indien erkend telt het een 70-tal soorten. De planten in dit geslacht zijn groenblijvend. De bladeren zijn samengesteld. Het zijn langzame groeiers. Ze onderscheiden ze zich van Berberis door hun grote geveerde bladeren. De geveerde bladeren zijn 10-50 cm lang en bestaan uit 5 tot 15 deelblaadjes, die aan de punten vaak voorzien zijn van scherpe stekels. De bloemen staan aan 5-20 cm lange stelen.
Het geslacht komt van nature voor in Oost-Azië, de Himalaya, Noord-Amerika en Midden-Amerika.
In België en Nederland komt slechts één soort in het wild voor, namelijk de mahonie (Berberis aquifolium, synoniem: Mahonia aquifolium). Deze soort stamt oorspronkelijk uit het gebied langs de westkust van Noord-Amerika, maar is in Nederland en België uit parken en tuinen verwilderd.