Arbutus is een geslacht uit de heidefamilie (Ericaceae), dat van nature voorkomt in het Middellandse Zeegebied, West-Europa en Noord-Amerika. Het zijn groenblijvende bomen of grote struiken, die 5 tot 25 meter hoog worden. Ze hebben een rode of bruine bast. De bladeren zijn spiraalvormig op de takken gerangschikt, ovaal tot breed-lancetvormig en met een gezaagde of gladde rand. De bloemen zijn klokvormig, 0,5-1 cm lang en wit of roze van kleur. Ze groeien afhankelijk van de soort in trossen of pluimen. De vruchten zijn rode of oranje, 1–2 cm grote bessen met een ruwe schil en geel vruchtvlees. De vruchten bevatten meerdere zeer kleine zaden. De vruchten zijn eetbaar, maar hebben weinig aroma.
Een recente studie waarin ribosomaal DNA van Arbutus en verwante geslachten werd bestudeerd, suggereert dat de Arbutus uit het Middellandse Zeegebied niet nauw verwant zijn aan de Noord-Amerikaanse soorten en dat de splitsing in de evolutie plaatsvond op de grens van het Paleogeen en het Neogeen.
De Noord-Amerikaanse leden van het geslacht worden "madrones" genoemd, wat stamt van het Spaanse 'madroño'. De Europese soorten worden aardbeibomen genoemd, vanwege de oppervlakkige gelijkenis van de vruchten met aardbeien. Sommige soorten worden simpelweg met Arbutus aangeduid.
Sommige soorten in de geslachten Epigaea, Arctostaphylos en Gaultheria werden voorheen ook geclassificeerd onder Arbutus. Als gevolg is Epigaea repens ook wel bekend als kruipende arbutus.
Arbutus unedo en Arbutus andrachne hybridiseren in het wild vanzelf; de hybride wordt Arbutus ×andrachnoides genoemd. Sommige soorten worden veel gecultiveerd als sierplant buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied, hoewel cultivatie moeilijk is omdat de planten niet goed bestand zijn tegen verstoring van hun wortels.
Arbutus-soorten zijn een waardplant door sommige Lepidoptera-soorten waaronder Pavonia pavonia.
De aardbeiboom een onderdeel van het symbool 'el Oso y el Madroño' (de beer en de aardbeiboom) van de gemeente Madrid in Spanje. In het centrum van de stad, op het plein Puerta del Sol, staat een standbeeld van een beer die vruchten eet van de aardbeiboom. De voorstelling staat afgebeeld op helmtekens, taxi’s, kelderdeuren en andere onderdelen in de stad.
Arbutus menziesii, bloemen
Arbutus is een geslacht uit de heidefamilie (Ericaceae), dat van nature voorkomt in het Middellandse Zeegebied, West-Europa en Noord-Amerika. Het zijn groenblijvende bomen of grote struiken, die 5 tot 25 meter hoog worden. Ze hebben een rode of bruine bast. De bladeren zijn spiraalvormig op de takken gerangschikt, ovaal tot breed-lancetvormig en met een gezaagde of gladde rand. De bloemen zijn klokvormig, 0,5-1 cm lang en wit of roze van kleur. Ze groeien afhankelijk van de soort in trossen of pluimen. De vruchten zijn rode of oranje, 1–2 cm grote bessen met een ruwe schil en geel vruchtvlees. De vruchten bevatten meerdere zeer kleine zaden. De vruchten zijn eetbaar, maar hebben weinig aroma.
Een recente studie waarin ribosomaal DNA van Arbutus en verwante geslachten werd bestudeerd, suggereert dat de Arbutus uit het Middellandse Zeegebied niet nauw verwant zijn aan de Noord-Amerikaanse soorten en dat de splitsing in de evolutie plaatsvond op de grens van het Paleogeen en het Neogeen.
De Noord-Amerikaanse leden van het geslacht worden "madrones" genoemd, wat stamt van het Spaanse 'madroño'. De Europese soorten worden aardbeibomen genoemd, vanwege de oppervlakkige gelijkenis van de vruchten met aardbeien. Sommige soorten worden simpelweg met Arbutus aangeduid.
Sommige soorten in de geslachten Epigaea, Arctostaphylos en Gaultheria werden voorheen ook geclassificeerd onder Arbutus. Als gevolg is Epigaea repens ook wel bekend als kruipende arbutus.