De gladde iep (Ulmus minor, synoniem: Ulmus carpinifolia) of veldiep is een boom uit de iepenfamilie (Ulmaceae) die van nature voorkomt in Europa, Noord-Amerika en Zuidwest-Azië. De boom kan 30 m hoog worden. Ulmus minor var. suberosa is de kurkiep met opvallende kurklijsten op de takken.
De boom heeft een rechte stam en een dichte kroon met bochtige en zware takken en geeft veel wortelopslag.
De boomschors is grijsbruin en heeft lange, diepe verticale groeven en dikke richels. De takken zijn voorzien van verticale barsten.
De gladde iep heeft bleekbruine, slanke, onbehaarde twijgen en eivormige knoppen. De knoppen zijn donkerrood en behaard.
De bladeren zijn elliptisch tot eirond en worden 6- 8 cm lang. Ze hebben een scheve bladvoet, een toegespitste top en zijn dubbelgezaagd. Aan de onderkant komen heel vaak kleine gallen voor. De bladsteel is zachtbehaard en ongeveer 0,5 cm lang. De bovenzijde van het blad is glanzend groen. De oksels van de nerven zijn behaard.
De gladde iep heeft kleine, rode bloemen met witte stempels en rode helmhokjes. De bloeiwijze is een hoofdje. Deze verschijnen voordat de bladeren uitlopen. De vruchten zijn vleugelnootjes, die omringd zijn door een doorschijnende, elliptische vleugel. Het zaadje zit dicht bij de inkeping. Aan de top is de vleugel ingesneden tot aan het nootje.
De gladde iep is een kensoort voor het onderverbond Ulmenion carpinifoliae van het verbond van els en gewone vogelkers (Alno-padion).
De gladde iep (Ulmus minor, synoniem: Ulmus carpinifolia) of veldiep is een boom uit de iepenfamilie (Ulmaceae) die van nature voorkomt in Europa, Noord-Amerika en Zuidwest-Azië. De boom kan 30 m hoog worden. Ulmus minor var. suberosa is de kurkiep met opvallende kurklijsten op de takken.
Tak van de kurkiep