Asplenium trichomanes ssp. quadrivalens és una planta del gènere Asplenium.
És una falguera autotetraploide (2n=144 cromossomes) de la família de les Aspleniaceae. Les seves frondes mideixen entre 10 i 25 cm. Pinnes de 0,4 a 1,2 cm. relativament pròximes unes de les altres, suborbiculars, ovades o oblongues, coriàcies excepte en les formes d'ombra; les superiors, insertes perpendicular o un poc oblicuament al raquis; la pinna apical, reduïda, linear-lanceolada. Espores d'entre 27 i 50 micres de diàmetre. Esporulació durant tot l'any.
Viu a les encletxes de les roques i entre les pedres de les parets de les marjades, tant àcides com bàsiques, a vegades als sotaboscos. Pot viure tant a plena llum com a la penombra i soporta bé la sequera estival, encara que prefereix els ambients humids. Durant els mesos més secs i calorosos de l'estiu les seves frondes entren en estivació i es deshidraten fins a arribar a semblar mortes, rehidratant-se i reverdint de nou com si no hagués passat res amb les primeres pluges de la tardor.
Asplenium trichomanes ssp. quadrivalens es un helecho autotetraploide (2n=144 cromosomas) de la familia de las Aspleniaceae. Sus frondes miden entre 10 y 25 cm. Pinnas de 4 a 12 mm relativamente próximas unas de otras, suborbiculares, ovadas u oblongas, coriáceas excepto en las formas de sombra; las superiores, insertas perpendicular o un poco oblicuamente al raquis; la apical, reducida, linear-lanceolada. Esporas de entre 27 y 50 micras de diámetro. Esporulación durante todo el año.
Vive en grietas de rocas y entre las piedras de las paredes de los bancales, tanto ácidos como básicos, a veces en sotobosques. Puede vivir tanto a plena luz como en penumbra y soporta bien la sequía estival, aunque prefiere los ambientes húmedos. En los meses más secos y calurosos del verano sus frondes entran en estivación, se deshidratan y retraen hasta parecer muertos, rehidratándose y reverdeciendo de nuevo como si no hubiera pasado nada con las primeras lluvias del otoño.
Asplenium trichomanes ssp. quadrivalens es un helecho autotetraploide (2n=144 cromosomas) de la familia de las Aspleniaceae. Sus frondes miden entre 10 y 25 cm. Pinnas de 4 a 12 mm relativamente próximas unas de otras, suborbiculares, ovadas u oblongas, coriáceas excepto en las formas de sombra; las superiores, insertas perpendicular o un poco oblicuamente al raquis; la apical, reducida, linear-lanceolada. Esporas de entre 27 y 50 micras de diámetro. Esporulación durante todo el año.
Asplenium trichomanes subsp. quadrivalens is een rotsvaren uit de streepvarenfamilie (Aspleniaceae).
Het is een ondersoort van de steenbreekvaren (Asplenium trichomanes) die wereldwijd verspreid en zeer algemeen is, zowel op kalkrijke als op silicaatrijke gesteenten.
De botanische naam Asplenium is afgeleid van Oudgrieks ἄσπληνον, asplēnon (miltkruid). De soortaanduiding trichomanes is eveneens van het Oudgriekse thrix (zacht)[bron?] en manes (beker), de ondersoortaanduiding quadrivalens van het Latijnse quattuor (vier) en valens (waardig), naar de tetraploïde cellen.
A. trichomanes subsp. quadrivalens is een kleine, altijdgroene terrestrische varen (hemikryptofyt) met in bundels geplaatste bladstelen en rozetten van rechtopstaande tot liggende, tot 25 cm lange, eenmaal geveerde, lancetvormige bladen.
De bladslipjes zijn helder- tot donkergroen, tot 12 mm lang, afgerond langwerpig, meestal symmetrisch, meestal tegenoverstaand ingeplant met weinig tussenruimtes tussen twee blaadjes. De bladranden zijn gaaf of licht getand. De onderzijde van de blaadjes is onbehaard.
De sporenhoopjes zijn streepvormig, liggen langs de nerven aan de onderzijde van het blad en worden afgedekt door een smal, teer dekvliesje. De sporen zijn rijp van mei tot oktober.
A. trichomanes subsp. quadrivalens is een tetraploïde plant, 2n = 144.
A. trichomanes subsp. quadrivalens komt voor in montane gebieden, op kalkrijke gesteenten zoals kalksteen en dolomiet, maar ook op silicaatrijke gesteenten, op beschaduwde plaatsen, en ook in gecementeerde voegen van muren.
Hij is van alle ondersoorten het meest flexibel wat zijn biotoop betreft.
A. trichomanes subsp. quadrivalens is wereldwijd verspreid. Het is de meest algemene ondersoort van de steenbreekvaren, algemener dan de nominaat A. trichomanes subsp. trichomanes, die enkel op silicaatrijke gesteenten voorkomt.
In België en Nederland zijn er talrijke vindplaatsen op oude muren, tot in stadscentra. De ondersoort komt ook algemeen voor in de Maasvallei.
Verwarring is mogelijk met andere ondersoorten van deze varen, zoals A. t. subsp. trichomanes en A. t. subsp. pachyrachis. A. t. subsp. quadrivalens is echter meestal groter en dichter bebladerd, met rechtopstaande tot liggende bladstelen en licht- tot donkergroene blaadjes die tegenoverstaand geplaatst zijn, met een bijna gave bladrand.
Bronnen, noten en/of referentiesAsplenium trichomanes subsp. quadrivalens is een rotsvaren uit de streepvarenfamilie (Aspleniaceae).
Het is een ondersoort van de steenbreekvaren (Asplenium trichomanes) die wereldwijd verspreid en zeer algemeen is, zowel op kalkrijke als op silicaatrijke gesteenten.