Slijkgroen (Limosella aquatica) is een eenjarige plant uit de strandkruidfamilie (Plumbaginaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. De soort komt van nature voor in de koele en gematigde streken op het noordelijk halfrond.
De plant wordt 1 - 5 cm hoog en vormt lange, op de knopen wortelende uitlopers. Op de stengel zitten klierharen. De vrij vlezige, langgesteelde, lijn-spatelvormige of langwerpige, 1 - 3 cm lange en 2,5 - 12 mm brede bladeren zitten in een wortelrozet. Ze zijn langer dan de bloemstelen.
De plant bloeit van juni tot in oktober met witachtige tot roodachtig witte, 2 - 5 mm brede, klokvormige, alleenstaande bloemen. De bloemen zitten in de bladoksels. De bloemkroon heeft vijf, vrij spitse slippen en omsluit de vier meeldraden. De kelk is vijfspletig met driehoekige slippen.
De vrucht is een 2,5 - 4 mm lange en 1,5 - 3 mm brede doosvrucht, die zeer fijn zaad bevat.
Slijkgroen komt voor op droogvallende, voedselrijke grond van rivierlopen, duinplassen en rivieroevers.
Slijkgroen (Limosella aquatica) is een eenjarige plant uit de strandkruidfamilie (Plumbaginaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. De soort komt van nature voor in de koele en gematigde streken op het noordelijk halfrond.
De plant wordt 1 - 5 cm hoog en vormt lange, op de knopen wortelende uitlopers. Op de stengel zitten klierharen. De vrij vlezige, langgesteelde, lijn-spatelvormige of langwerpige, 1 - 3 cm lange en 2,5 - 12 mm brede bladeren zitten in een wortelrozet. Ze zijn langer dan de bloemstelen.
De plant bloeit van juni tot in oktober met witachtige tot roodachtig witte, 2 - 5 mm brede, klokvormige, alleenstaande bloemen. De bloemen zitten in de bladoksels. De bloemkroon heeft vijf, vrij spitse slippen en omsluit de vier meeldraden. De kelk is vijfspletig met driehoekige slippen.
BloemDe vrucht is een 2,5 - 4 mm lange en 1,5 - 3 mm brede doosvrucht, die zeer fijn zaad bevat.
Slijkgroen komt voor op droogvallende, voedselrijke grond van rivierlopen, duinplassen en rivieroevers.