Kruipend gipskruid (Gypsophila repens) is een overblijvende plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae).
In het Duits wordt de soort 'Kriechendes Gipskraut' genoemd, wat met de Nederlandstalige naam overeenkomt, in het Engels 'Creeping Babysbreath' De soortaanduiding repens betekent ook kruipend[1], en dit zien we in de lokale namen in veel talen terug.
Uit de vertakte wortelstok komen diverse tot 25[2] cm lange, vertakte stengels. Naast de bloemdragende zijn er ook onvruchtbare scheuten[2].
De bladeren zijn tot 3 cm lang, blauwachtig berijpt, en onbehaard[2]. Ze zijn 1-33 mm breeden een tikje vlezig[3].
De witte of roze kroonbladen zijn 6-10 mm lang en ongeveer twee maal zo lang als de kelk[3][2], en iets uitgerand[3]. De kelk heeft 5 toppen. De meeldraden zijn iets korter als de kroonbladen.
Deze soort komt in Nederland en Vlaanderen niet voor, het is een plant van de bergen van Zuid- en Midden-Europa. De noordelijkste plek is de Duitse Harz, ook in de Hoge Tatra wordt ze aangetroffen. In de Kalkalpen is ze algemeen; ook in de Apennijnen kan men haar aantreffen[4]. Hiernaast komt ze voor in de Pyreneeën en de Karpaten[5]. Ze komt voor op hoogten tussen de 1300 en 3000.
Kruipend gipskruid (Gypsophila repens) is een overblijvende plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae).
In het Duits wordt de soort 'Kriechendes Gipskraut' genoemd, wat met de Nederlandstalige naam overeenkomt, in het Engels 'Creeping Babysbreath' De soortaanduiding repens betekent ook kruipend, en dit zien we in de lokale namen in veel talen terug.