De reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) is een vaste plant[1] uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Het aantal chromosomen is 2n = 22.
In de 19e eeuw is de reuzenberenklauw uit Zuidwest-Azië als tuinplant in Europa geïntroduceerd. In de Benelux is deze exoot volledig ingeburgerd. De reuzenberenklauw wordt anno 2010 steeds vaker in verstedelijkt gebied aangetroffen en, mede om de schadelijke werking van het sap van deze plant op huid en ogen, in toenemende mate als een probleem ervaren. Sinds 2 augustus 2017 is in alle landen van de Europese Unie bestrijding van de plant verplicht, en verhandelen ervan verboden, omdat de soort toen werd opgenomen op de Unielijst van invasieve soorten.[2][3]
De plant heeft klauwvormige bladeren. Ze is verwant aan de gewone berenklauw, maar veel groter. Nog sterker gelijkende verwante soorten zijn Sosnowsky's berenklauw en Perzische berenklauw, die in andere landen van Europa invasieve soorten zijn.
De reuzenberenklauw kan, afhankelijk van de groeiplaats, in de lente in een paar maanden tijd uitgroeien tot een hoogte van 4 meter. Afhankelijk van de groeiplaats zullen de zaailingen na een of meerdere jaren de bloeifase bereiken. Het eerste jaar blijft de plant laag (50 cm), het jaar erop is hij meestal volgroeid, en bloeit van juni tot augustus met een variabel aantal samengestelde schermen vol witte bloemetjes. Na de bloei sterft de plant af.
De plant is vooral te vinden langs wegen en op plaatsen die niet begraasd of bewerkt worden. De plant komt veelal voor op ruderale terreinen met verstoorde, voedselrijke grond.
Omdat de reuzenberenklauw zo kiemkrachtig is en met zijn bladeren al het licht voor andere planten wegneemt, wordt de soort beschouwd als een onkruid. In gebieden die niet begraasd worden drukt de invasieve soort alle andere planten weg; daar komt bij dat hij in de Benelux naast grote grazers en schapen geen natuurlijke belagers kent.
De reuzenberenklauw is eetbaar, vooral schapen zijn er dol op.
De plant kan grote schade toebrengen aan de huid en aan de ogen omdat het sap furocoumarinen bevat, die voor mensen sterk fototoxisch zijn. Blootstelling aan zonlicht na contact met het sap kan na 24 uur rode jeukende vlekken veroorzaken, die gevolgd worden door zwelling en blaarvorming (fytofotodermatitis). Het letsel kan eruitzien als een brandwond en het kan twee weken duren voordat het genezen is. Als litteken kan er een bruinverkleuring optreden.
Wanneer het sap in de ogen komt, kan dit tot blindheid leiden.
In 2017 registreerde het Belgische Antigifcentrum 28 letselgevallen na contact met de reuzenberenklauw.[4]
De grote afmetingen, exotische afkomst en fototoxiciteit maken de plant tot een dankbaar onderwerp voor nieuwsberichten.[5][6]
Het effect van contact met het plantenvocht in combinatie met zonlicht kan ernstig zijn door het veroorzaken van brandwonden, en is vergelijkbaar met de gevolgen van contact met carbolineum. Als voorzorg bij de bestrijding van de plant wordt aanbevolen volledig gekleed te gaan met beschermende kleding. Bij mechanische bestrijding wordt een veiligheidsbril gebruikt.
Tot de mechanische bestrijdingsmethoden behoort het uitsteken van jonge planten, het herhaald maaien in combinatie met het handmatig schoffelen, om te voorkomen dat de plant in bloei komt of tot zaadvorming overgaat.
Biologische bestrijdingsmethoden zijn begrazing, behandeling met schimmels, met aaltjes bij de ondergrondse delen, of met kevers bij de bovengrondse delen.
In oorspronkelijk verspreidingsgebied blijkt het aaltje de wortels te belagen en kever de bovengrondse delen.
In Nederland wordt in het voorjaar een schimmel toegepast. Na anderhalf jaar is de reuzenberenklauw ter plaatse verdwenen.[7][8]
De reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) is een vaste plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Het aantal chromosomen is 2n = 22.
In de 19e eeuw is de reuzenberenklauw uit Zuidwest-Azië als tuinplant in Europa geïntroduceerd. In de Benelux is deze exoot volledig ingeburgerd. De reuzenberenklauw wordt anno 2010 steeds vaker in verstedelijkt gebied aangetroffen en, mede om de schadelijke werking van het sap van deze plant op huid en ogen, in toenemende mate als een probleem ervaren. Sinds 2 augustus 2017 is in alle landen van de Europese Unie bestrijding van de plant verplicht, en verhandelen ervan verboden, omdat de soort toen werd opgenomen op de Unielijst van invasieve soorten.