Lamsoor (Limonium vulgare) is een plant uit de strandkruidfamilie (Plumbaginaceae). De plant komt voor op kwelders en in gebieden die onder invloed van het getijde staan en af en toe overstroomd worden met zeewater; de zogenaamde zilte zoom. Zo bestaat de begroeiing van De Slufter op Texel voor het overgrote deel uit een zoutminnende vegetatie, die in begin augustus overwegend paars kleurt vanwege de lamsoor. Lamsoor komt in Nederland voor in het Deltagebied, op de Waddeneilanden, langs de Waddenkust op de kwelders. In België komt lamsoor voor op de Zwinvlakte waar het in de volksmond zwinnebloem wordt genoemd.
De plant vermeerdert zich vooral vegetatief door middel van stekken. Op de onderkant van het blad zitten zoutklieren, die het overtollig zout uit de plant halen. Per cm² zitten ongeveer zeshonderd zoutkliertjes. Als de zon op de bladeren schijnt schitteren de zoutkristallen op de bladeren.
Lamsoor werd vroeger wel "Limoenkruid" genoemd, en droeg de latijnse naam Statice Limonium.[1]
Vlinders komen vanwege de nectar veel op bloeiende lamsoor voor. De rupsen van de vedermot doen zich te goed aan de bladeren.
De bladeren van de echte lamsoor zijn niet eetbaar. De bladeren van de zeeaster (Aster tripolium) zijn wél eetbaar en worden als groente verkocht en gegeten, onder de naam 'lamsoren'. Doordat beide planten oppervlakkig op elkaar lijken en in hetzelfde biotoop voorkomen is verwarring snel gemaakt.
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Limonium vulgare op Wikimedia Commons. Lamsoor (Limonium vulgare) is een plant uit de strandkruidfamilie (Plumbaginaceae). De plant komt voor op kwelders en in gebieden die onder invloed van het getijde staan en af en toe overstroomd worden met zeewater; de zogenaamde zilte zoom. Zo bestaat de begroeiing van De Slufter op Texel voor het overgrote deel uit een zoutminnende vegetatie, die in begin augustus overwegend paars kleurt vanwege de lamsoor. Lamsoor komt in Nederland voor in het Deltagebied, op de Waddeneilanden, langs de Waddenkust op de kwelders. In België komt lamsoor voor op de Zwinvlakte waar het in de volksmond zwinnebloem wordt genoemd.
De plant vermeerdert zich vooral vegetatief door middel van stekken. Op de onderkant van het blad zitten zoutklieren, die het overtollig zout uit de plant halen. Per cm² zitten ongeveer zeshonderd zoutkliertjes. Als de zon op de bladeren schijnt schitteren de zoutkristallen op de bladeren.
Lamsoor werd vroeger wel "Limoenkruid" genoemd, en droeg de latijnse naam Statice Limonium.
