Haploniscus is een geslacht van pissebedden uit de familie Haploniscidae. De wetenschappelijke naam van dit geslacht is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1908 door Harriet Richardson.[1]
Richardson duidde in haar publicatie Nannoniscus bicuspis Sars als typesoort aan, die voorkomt in de Noordelijke IJszee en de noordoostelijke Atlantische Oceaan; ze beschreef zelf de nieuwe soorten Haploniscus excisus en Haploniscus retrospinis, die werden aangetroffen aan de oostkust van de Verenigde Staten. De vierde soort, Haploniscus antarcticus, werd in 1914 beschreven door Ernst Vanhöffen. Ze was ontdekt tijdens de Duitse Zuidpoolexpeditie van 1901-1903 in de Zuidelijke IJszee.[2] Deze pissebedden komen dus van de noordelijke tot de zuidelijke poolzee voor.
Volgens het World Register of Marine Species[3] behoren volgende soorten tot dit geslacht:
Haploniscus is een geslacht van pissebedden uit de familie Haploniscidae. De wetenschappelijke naam van dit geslacht is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1908 door Harriet Richardson.
Richardson duidde in haar publicatie Nannoniscus bicuspis Sars als typesoort aan, die voorkomt in de Noordelijke IJszee en de noordoostelijke Atlantische Oceaan; ze beschreef zelf de nieuwe soorten Haploniscus excisus en Haploniscus retrospinis, die werden aangetroffen aan de oostkust van de Verenigde Staten. De vierde soort, Haploniscus antarcticus, werd in 1914 beschreven door Ernst Vanhöffen. Ze was ontdekt tijdens de Duitse Zuidpoolexpeditie van 1901-1903 in de Zuidelijke IJszee. Deze pissebedden komen dus van de noordelijke tot de zuidelijke poolzee voor.