De vuurstuitwaaierstaart (Rhipidura rufifrons) is een waaierstaart. De vogel komt voor in het oosten van Indonesië, Australië, Papoea-Nieuw-Guinea en de Salomonseilanden.
Het is een zangvogel van ongeveer 15 -16,5 cm lengte. De vogel is van boven grijsbruin; de stuit en de bovenkant van de staart zijn warm roodbruin. De vogel heeft een zwart kraagje dat uitloopt in donkere spikkels op de borst. De keel is helderwit. Kenmerkend is een oranjerode vlek op het voorhoofd. De waaiervormige staart is van onder donkergrijs met witte uiteinden aan de staartpennen.[2] Bij ondersoorten die in Nieuw-Guinea voorkomen, ontbreekt de rode vlek op het voorhoofd. Dit is een kenmerk van de Australische ondersoorten die overigens in de (zuidelijke) winter ook wel in Nieuw-Guinea worden gezien.[3]
Tot in de jaren 1990 is de arafurawaaierstaart een ondersoort (Rhipidura rufifrons dryas).[4] De vuurstuitwaaierstaart kent een groot aantal endemische ondersoorten op diverse kleine eilanden.
Het is een vogel van dichte ondergroei in een groot aantal typen bos, meestal vochtig tropisch regenbos, maar ook mangrove, moessonbos, gebieden met struikgewas langs kusten, vegetaties langs waterlopen, soms ook (tijdens de trek) in open terrein bij boerderijen, tuinen en steden.[2]
Dit is de opsplitsing volgens de IOC World Bird List:[5]
De vuurstuitwaaierstaart heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) gering. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. De indruk bestaat dat de aantallen teruglopen. Echter, het tempo van achteruitgang ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar). Om deze redenen staat deze waaierstaart als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Bronnen, noten en/of referentiesDe vuurstuitwaaierstaart (Rhipidura rufifrons) is een waaierstaart. De vogel komt voor in het oosten van Indonesië, Australië, Papoea-Nieuw-Guinea en de Salomonseilanden.