De grijze glasvleugelwants (Stictopleurus punctatonervosus) is een wants uit de familie glasvleugelwantsen (Rhopalidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Johann August Ephraim Goeze in 1778.
De grijze glasvleugelwants is grijsbruin tot zwartbruin. Het achterlichaam is vaak groenachtig. Net als bij de meeste andere wantsen uit de familie is van het hemi-elytrum (de deels verharde voorvleugel) het corium (het middelste deel van de voorvleugel) transparant. De lengte is 7 – 8,5 mm.
Hij lijkt heel veel op de brilglasvleugelwants (Stictopleurus punctatonervosus). Vooral de wat minder duidelijk getekende wantsen zijn bijna niet uitelkaar te houden. Verschillen zijn:
De grijze glasvleugelwants komt voor in het Palearctisch gebied, in Europa van het zuidelijk deel van Scandinavië tot in het noordelijk deel van het Middellandse Zeegebied en naar het oosten tot in Siberië en Centraal-Azië. Hij heeft een voorkeur voor droge tot warme, open leefgebieden en zijn vaak te vinden op braakliggend terrein of wegbermen. Ze leven in de kruidlaag.
De grijze glasvleugelwants leeft fytofaag op planten uit de composietenfamilie (Asteracea) en zuigt vooral op de zaden. De soort overwintert als imago en kan eind april worden waargenomen na de winterslaap. Paringen zijn er in mei. In Nederland is er één generatie. In zuidlijker gelegen landen kunnen twee generaties worden gevormd.
De grijze glasvleugelwants (Stictopleurus punctatonervosus) is een wants uit de familie glasvleugelwantsen (Rhopalidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Johann August Ephraim Goeze in 1778.