Microtus is het grootste geslacht uit de onderfamilie der woelmuizen. Het geslacht komt voornamelijk voor in het Holarctisch gebied. Tot dit geslacht behoort onder andere de veldmuis (Microtus arvalis) en de aardmuis (Microtus agrestis). Er zijn meer dan zestig soorten. De naam Microtus betekent "kleinoor", en slaat op de grootte van de oren van de soorten.
Microtus heeft kleine oren en een kort staartje. De soorten van het geslacht hebben vier tot acht mammae. De kiezen groeien continu door, en hebben geen tandwortels.
De soorten uit dit geslacht zijn een belangrijke drager van de bacterie francisella tularensis die tularemie veroorzaakt.
De soorten leven voornamelijk in graslanden, in Europa, Azië, en Noord-Amerika. Ze leven in gangen aan het oppervlak of onder de grond. Ze eten voornamelijk grassen, wortelen en zaden.
Het geslacht Microtus bevat ongeveer vijftien ondergeslachten en meer dan zestig soorten. De ondergrondse woelmuizen (ondergeslachten Pitymys en Terricola) worden soms als een apart geslacht, Pitymys, beschouwd. Andere geslachten, als de sneeuwmuizen (Chionomys) en de geslachten Blanfordimys, Lasiopodomys en Proedromys worden regelmatig als een ondergeslacht van Microtus beschouwd.
Microtus is het grootste geslacht uit de onderfamilie der woelmuizen. Het geslacht komt voornamelijk voor in het Holarctisch gebied. Tot dit geslacht behoort onder andere de veldmuis (Microtus arvalis) en de aardmuis (Microtus agrestis). Er zijn meer dan zestig soorten. De naam Microtus betekent "kleinoor", en slaat op de grootte van de oren van de soorten.