dcsimg

Pheidole ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL

Pheidole is een geslacht van mieren uit de onderfamilie Knoopmieren (Myrmicinae). De wetenschappelijke naam werd in 1840 gepubliceerd door John Obadiah Westwood. Hij benoemde als typesoort Pheidole providens, oorspronkelijk door Sykes in 1835 beschreven als Atta providens.[1]

De soorten uit dit geslacht kenmerken zich door een uitgesproken dimorfie bij de werksters; er zijn in een kolonie twee types van onvruchtbare werksters; de "minor"-werksters met een lichaamslengte van twee tot vier millimeter en een normale lichaamsbouw, en de "major"-werksters, die een erg grote kop en mandibels hebben in verhouding tot hun lichaamslengte van 2,5 tot 6 millimeter. In het Engels noemt men deze mieren daarom "big headed ants" (dikkopmieren).

Het is een van de meest soortenrijke mierengeslachten, met ongeveer duizend beschreven soorten. Ze komen wereldwijd voor, vooral in tropische en subtropische gebieden en af en toe in gematigde streken. E.O. Wilson beschreef in zijn boek Pheidole in the New World: A Dominant, Hyperdiverse Ant Genus uit 2003 niet minder dan 341 Pheidole-soorten uit Noord-, Midden- en Zuid-Amerika die nieuw waren voor de wetenschap.[2]

De volgende soorten zijn in Europa aangetroffen:[3]


Soorten

Deze lijst van 991 stuks is mogelijk niet compleet.

Gele dikkop
Indodikkop
Glimmende dikkop
Gewone dikkop
Blauwbaarddikkop



Bronnen, noten en/of referenties
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL

Pheidole: Brief Summary ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL

Pheidole is een geslacht van mieren uit de onderfamilie Knoopmieren (Myrmicinae). De wetenschappelijke naam werd in 1840 gepubliceerd door John Obadiah Westwood. Hij benoemde als typesoort Pheidole providens, oorspronkelijk door Sykes in 1835 beschreven als Atta providens.

De soorten uit dit geslacht kenmerken zich door een uitgesproken dimorfie bij de werksters; er zijn in een kolonie twee types van onvruchtbare werksters; de "minor"-werksters met een lichaamslengte van twee tot vier millimeter en een normale lichaamsbouw, en de "major"-werksters, die een erg grote kop en mandibels hebben in verhouding tot hun lichaamslengte van 2,5 tot 6 millimeter. In het Engels noemt men deze mieren daarom "big headed ants" (dikkopmieren).

Het is een van de meest soortenrijke mierengeslachten, met ongeveer duizend beschreven soorten. Ze komen wereldwijd voor, vooral in tropische en subtropische gebieden en af en toe in gematigde streken. E.O. Wilson beschreef in zijn boek Pheidole in the New World: A Dominant, Hyperdiverse Ant Genus uit 2003 niet minder dan 341 Pheidole-soorten uit Noord-, Midden- en Zuid-Amerika die nieuw waren voor de wetenschap.

De volgende soorten zijn in Europa aangetroffen:

Pheidole anastasii Pheidole cellarum Pheidole flavens Pheidole kraepelini Pheidole megacephala Pheidole pallidula Pheidole sinaitica Pheidole symbiotica Pheidole teneriffana


license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL