dcsimg

Geocapromys thoracatus ( Catalan; Valencian )

provided by wikipedia CA

Geocapromys thoracatus és una espècie extinta de rosegador de la família dels capròmids. Era endèmica de l'illa Cisne Pequeño (Hondures). El seu hàbitat natural eren els matollars situats als atols. S'extingí a causa de la introducció de gats al seu àmbit de distribució, amb un fort huracà que es produí el 1955 com a possible factor contribuïdor.[1]

Referències

 src= A Wikimedia Commons hi ha contingut multimèdia relatiu a: Geocapromys thoracatus Modifica l'enllaç a Wikidata
  1. Turvey, S.; Helgen, K. Geocapromys thoracatus. UICN 2008. Llista Vermella d'espècies amenaçades de la UICN, edició 2008, consultada el 24 juliol 2017.
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Autors i editors de Wikipedia
original
visit source
partner site
wikipedia CA

Geocapromys thoracatus: Brief Summary ( Catalan; Valencian )

provided by wikipedia CA

Geocapromys thoracatus és una espècie extinta de rosegador de la família dels capròmids. Era endèmica de l'illa Cisne Pequeño (Hondures). El seu hàbitat natural eren els matollars situats als atols. S'extingí a causa de la introducció de gats al seu àmbit de distribució, amb un fort huracà que es produí el 1955 com a possible factor contribuïdor.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Autors i editors de Wikipedia
original
visit source
partner site
wikipedia CA

Geocapromys thoracatus ( Basque )

provided by wikipedia EU

Geocapromys thoracatus Geocapromys generoko animalia da. Karraskarien barruko Capromyinae azpifamilia eta Capromyidae familian sailkatuta dago.

Erreferentziak

  1. True (1888) Capromyidae Proc. U.S. Natl. Mus. 469. or..

Ikus, gainera

(RLQ=window.RLQ||[]).push(function(){mw.log.warn("Gadget "ErrefAurrebista" was not loaded. Please migrate it to use ResourceLoader. See u003Chttps://eu.wikipedia.org/wiki/Berezi:Gadgetaku003E.");});
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipediako egileak eta editoreak
original
visit source
partner site
wikipedia EU

Geocapromys thoracatus: Brief Summary ( Basque )

provided by wikipedia EU

Geocapromys thoracatus Geocapromys generoko animalia da. Karraskarien barruko Capromyinae azpifamilia eta Capromyidae familian sailkatuta dago.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipediako egileak eta editoreak
original
visit source
partner site
wikipedia EU

Geocapromys thoracatus ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL

Geocapromys thoracatus is een uitgestorven hutia uit het geslacht Geocapromys die voorkwam op Little Swan Island voor de kust van Honduras. De soort was oorspronkelijk zeer algemeen, maar de soort is waarschijnlijk uitgestorven door een verwoestende orkaan in 1955 en de introductie van katten op het eiland, enkele jaren later. Waarschijnlijk had (de voorouder van) G. thoracatus het eiland in het Pleistoceen bereikt vanuit Jamaica door zich van het ene eiland naar het andere te bewegen (in die tijd was er een groter aantal eilanden in de Caribische Zee door het lagere zeeniveau). De nauwste verwant van G. thoracatus is de Jamaicastompstaartrat (G. browni); soms wordt G. thoracatus als een ondersoort van die soort gezien. G. thoracatus was een overdag of in de schemering actieve, agressieve plantenetende soort die per worp één of twee jongen kreeg. Er zijn twee keer hutia's van het eiland gevangengenomen en naar het Verenigd Koninkrijk getransporteerd. De eerste keer, in 1908, werden twee exemplaren gevangen, waarvan het eerste al tijdens de reis stierf en het tweede kort na de aankomst in Engeland ook stierf, maar niet voordat het aan koning Eduard VII was getoond. De tweede keer, in 1937, werden 14 exemplaren gevangen met als doel de soort in gevangenschap te behouden. Dit mislukte echter; alle dieren stierven binnen drie jaar.

G. thoracatus was een grote soort voor het geslacht. De bovenkant van het lichaam was grijsbruin, de onderkant lichtbruin. Over de borst liep een band van vuilwitte vacht. De grote oren waren slechts bedekt met korte, fijne haren en lijken naakt. De korte staart was bedekt met donkerbruine haren. Vrouwtjes hadden twee paren van mammae op de borst. De tandformule bedroeg 1.0.1.3/1.0.1.3. Mannetjes waren iets groter dan vrouwtjes. De kop-romplengte bedraagt 310 tot 344 mm, de staartlengte 57 tot 70 mm, de achtervoetlengte 64 tot 70 mm, de oorlengte 24 tot 28 mm en de schedellengte 65,9 tot 73,0 mm. Het gewicht bedroeg waarschijnlijk meestal minder dan 1 kg.

Literatuur

Bronnen, noten en/of referenties
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL

Geocapromys thoracatus: Brief Summary ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL

Geocapromys thoracatus is een uitgestorven hutia uit het geslacht Geocapromys die voorkwam op Little Swan Island voor de kust van Honduras. De soort was oorspronkelijk zeer algemeen, maar de soort is waarschijnlijk uitgestorven door een verwoestende orkaan in 1955 en de introductie van katten op het eiland, enkele jaren later. Waarschijnlijk had (de voorouder van) G. thoracatus het eiland in het Pleistoceen bereikt vanuit Jamaica door zich van het ene eiland naar het andere te bewegen (in die tijd was er een groter aantal eilanden in de Caribische Zee door het lagere zeeniveau). De nauwste verwant van G. thoracatus is de Jamaicastompstaartrat (G. browni); soms wordt G. thoracatus als een ondersoort van die soort gezien. G. thoracatus was een overdag of in de schemering actieve, agressieve plantenetende soort die per worp één of twee jongen kreeg. Er zijn twee keer hutia's van het eiland gevangengenomen en naar het Verenigd Koninkrijk getransporteerd. De eerste keer, in 1908, werden twee exemplaren gevangen, waarvan het eerste al tijdens de reis stierf en het tweede kort na de aankomst in Engeland ook stierf, maar niet voordat het aan koning Eduard VII was getoond. De tweede keer, in 1937, werden 14 exemplaren gevangen met als doel de soort in gevangenschap te behouden. Dit mislukte echter; alle dieren stierven binnen drie jaar.

G. thoracatus was een grote soort voor het geslacht. De bovenkant van het lichaam was grijsbruin, de onderkant lichtbruin. Over de borst liep een band van vuilwitte vacht. De grote oren waren slechts bedekt met korte, fijne haren en lijken naakt. De korte staart was bedekt met donkerbruine haren. Vrouwtjes hadden twee paren van mammae op de borst. De tandformule bedroeg 1.0.1.3/1.0.1.3. Mannetjes waren iets groter dan vrouwtjes. De kop-romplengte bedraagt 310 tot 344 mm, de staartlengte 57 tot 70 mm, de achtervoetlengte 64 tot 70 mm, de oorlengte 24 tot 28 mm en de schedellengte 65,9 tot 73,0 mm. Het gewicht bedroeg waarschijnlijk meestal minder dan 1 kg.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL

Nocohutia wyspowa ( Polish )

provided by wikipedia POL
Commons Multimedia w Wikimedia Commons
 src=
Mapa Hondurasu z naniesionym oznaczeniem wysp Swan (Santanilla)

Nocohutia wyspowa[4] (Geocapromys thoracatus) (ang: Little Swan Island Hutia[3], Swan Island Hutia[5]) – wymarły gatunek gryzonia z rodzaju Geocapromys z rodziny hutiowatych[5] (podrodzina: hutie) zamieszkujący w przeszłości wyłącznie teren jednej małej – należącej do Hondurasu – wyspy, wchodzącej w skład leżących na Morzu Karaibskim wysp Swan (Islas Santanilla)[2]. Gatunek Geocapromys thoracatus wymarł prawdopodobnie w latach 50. XX wieku[6].

Historia odkrycia i badań

Geocapromys thoracatus został odkryty w 1887 roku na mniejszej z wysp Swan przez amerykańskiego zoologa Charlesa H. Townsenda, który przypłynął tam na pokładzie statku USS Albatross[7] jako członek United States Fish Commission. Townsend złapał dwa okazy, które w 1888 roku zostały opisane naukowo przez Fredericka W. True jako podgatunek nocohutii jamajskiej, czyli gatunku z Jamajki. W pierwszej połowie XX wieku zoolodzy wskazywali na bardzo liczne występowanie hutii na wyspie. Angielski zoolog Percy Lowe[8] wspominał, że w 1908 roku napotkał na wyspie ponad tuzin nocohutii. G. Nelson w 1912 roku złapał dla Muzeum Zoologii Porównawczej Uniwersytetu Harvarda 15 okazów[9]. Ostatnią osobą, która odławiała okazy G. thoracatus, był Walter Guinness, 1. baron Moyne – w 1938 roku relacjonował, że w 2 godziny złowił 12 żywych okazów[10]. W 1942 amerykański zoolog Glover Morrill Allen zgłaszał obawy[11] o wyginięcie gatunku. Gdy w 1962 roku na wyspy Swan przypłynął statek badawczy Explorer, jego załoga nie znalazła nawet jednej nocohutii wyspowej, ani nawet śladów jego obecności[12]. Po analizie tego stanu zoolodzy doszli do wniosku, że nocohutia musiała paść ofiarą niszczącego huraganu, który przeszedł nad wyspami Swan w 1955 roku. Drugim czynnikiem, który mógł doprowadzić do zagłady gatunku, było przywiezienie na wyspę pod koniec lat 40. XX wieku dzikich kotów[13]. Decyzją Departamentu Rolnictwa Stanów Zjednoczonych na wyspach wprowadzono tam kwarantannę dla kotowatych odłowionych w krajach Ameryki Łacińskiej[14] przed wwiezieniem ich na teren USA. Po kilku latach zrezygnowano z prowadzenia na wyspach kwarantanny kotów, lecz prawdopodobnie nie żył wówczas już ani jeden przedstawiciel G. thoracatus. Żadne z późniejszych poszukiwań hutii na wyspie nie przyniosło pozytywnego rezultatu. W 1982 roku Międzynarodowa Unia Ochrony Przyrody wpisała nocohutię wyspową na listę zwierząt wymarłych[2].

Próby założenia hodowli

Walter Guinness, 1. baron Moyne, przewiózł 14 schwytanych w 1937 roku nocohutii do Anglii, gdzie usiłował założyć ich hodowlę[10]. Po przypłynięciu podzielił stado na trzy części i powierzył opiece wyspecjalizowanych hodowców rzadkich gatunków. Hodowle nie przetrwały 3 lat. Wszystkie zwierzęta wyginęły. Wcześniejsza próba podjęta przez Percy Lowe[8] w 1908 roku również zakończyła się niepowodzeniem. Jedno z dwóch przewożonych zwierząt nie przeżyło podróży do Anglii, a drugie zdechło 17 lipca 1908 roku, niedługo po przekazaniu do Zoological Society of London[2].

Zachowane okazy nocohutii wyspowej

Do czasów współczesnych w zbiorach muzealnych zachowało się niewiele wypreparowanych okazów nocohutii wyspowej. 12 eksponatów jest w posiadaniu Muzeum Historii Naturalnej w Londynie, 10 w Muzeum Zoologii Porównawczej (MCZ) Uniwersytetu Harvarda, a dwa okazy posiada Muzeum Historii Naturalnej w Waszyngtonie. Ponadto pojedyncze egzemplarze posiadają: nowojorskie Amerykańskie Muzeum Historii Naturalnej, Muzeum Historii Naturalnej w Chicago oraz Peabody Museum of Natural History w New Haven w Connecticut[2].

Systematyka

Nocohutia wyspowa jest zaliczana do rodziny hutiowatych. Pierwotnie był opisany przez Fredericka True (1888) jako podgatunek nocohutii jamajskiej (Geocapromys brownii). True korzystał jednak wówczas jedynie z opisu Philip'a Gosse z 1851 roku, nie miał dostępu do okazów tego gatunku, a swoje wywody opierał na porównaniu cech zewnętrznych na podstawie opisu[2]. W 1901 roku Frank M. Chapman zwrócił uwagę[15] na wyraźne różnice w umaszczeniu, w budowie i w wymiarach czaszek obu hutii, a także zróżnicowane ich wymiary anatomiczne – w tym szczególnie uszu. W rezultacie uznał, że G. thoracatus to odrębny gatunek[15][2].

Etymologia

Nazwa rodzajowa Geocapromys pochodzi od trzech greckich słów: geo oznaczającego Ziemię, capro (dzik) oraz mys znaczącego „mysz” i odnosi się do – wyjątkowego w odniesieniu do pokrewnych Capromys – naziemnego trybu życia. Aluzja do dzików wynika z podobieństwa barwy i szorstkości sierści, a także sposobu poruszania się. Epitet gatunkowy thoracatus wywodzi się również z grekithorax (θώραξ) oznacza „pierś” i jest aluzją do pasa kremowej sierści na piersi hutii z Wysp Swan[2]. W wydanej w 2015 roku przez Muzeum i Instytut Zoologii Polskiej Akademii Nauk publikacji „Polskie nazewnictwo ssaków świata” gatunkowi nadano nazwę nocohutia wyspowa, rezerwując nazwę nocohutia dla rodzaju tych gryzoni[4].

Budowa ciała

Nocohutia wyspowa osiągała wielkość królika[2]. Jedyny zważony osobnik miał masę 850 g, jednak biorąc pod uwagę małe wymiary czaszki szacuje się, że był to młody osobnik, a tym samym prawdopodobna masa ciała dorosłych zwierząt powinna być przyjmowana na poziomie 1 kg[9].

Morfologia

Nocohutia wyspowa miała szaro-brązowe ubarwienie futra od wierzchu, zaś podbrzusze jasnobrązowe, podpalane. Sierść na części grzbietowej, o włosie długości 20–25 mm, miała u podstawy kolor jasnobrązowy, zaś końcówki podpalane. Włosy jasnobrązowe były przeplatane z dłuższymi w kolorze ciemnobrązowym. Ciemniejszy włos pokrywał głównie środek grzbietu. Na tyle grzbietu sierść była nieco dłuższa. Boki nocohutii pokrywała sierść jaśniejsza niż na grzbiecie, lecz ciemniejsza niż na brzuchu. Jednolita barwa sierści na brzuchu była przecięta przez charakterystyczny pas jaśniejszej, kremowej sierści. Pręga miała szerokość 1–3 cm i zaczynała się między przednimi łapami. Po obu stronach pyska hutia miała 8–10 wibryssów o długości do 50 mm. Ogonek był dość długi (5,7–7 cm) o powierzchni łuskowatej pokrytej szczeciniastą sierścią[2].

Wymiary nocohutii wyspowej
na podstawie pomiaru ciał 8 osobników i pomiaru czaszek 20 osobników
(Gary S. Morgan, 1989)[2] długość wymiar średni (w mm) przedział (w mm) tułów i głowa 335 310–344* ogon 65 57–70 tylne łapy 66 64–70 uszy 26 24–28 czaszka 68,6 65,9–73,0 diastema 12,8 11,5–14,3 żuchwa 45,2 41,4–48,3

Uzębienie

Bladożółte, kremowe siekacze były mocne, silnie zakrzywione. Górne i dolne trzonowce miały w przekroju kształt zbliżony do kwadratu, natomiast przedtrzonowce miały nieco większą wysokość niż szerokość. Górne zęby były pochylone w stronę policzków pod kątem 30°, zaś dolne pod tym samym kątem – w stronę języka[2]. Wzór zębowy: 1013 1013 {displaystyle { frac {1013}{1013}}} 	frac{1 0 1 3}{1 0 1 3}

 src=
Little Swan Island – widok z Great Swan Island

Rozmieszczenie geograficzne

Nocohutia wyspowa jest znana wyłącznie z małej, liczącej 2 km² wyspy Little Swan należącej do Hondurasu, wchodzącej w skład wysp Swan (Islas Santanilla) leżących na morzu karaibskim. Nie ma śladów życia tych zwierząt nawet na sąsiedniej, oddalonej o pół kilometra na zachód wyspie Great Swan. Obie wyspy są oddalone od najbliższego lądu o około 180 km, a otaczają je głębiny rzędu 2000 m. Te uwarunkowanie geologiczne wskazują, że wyspy Swan nie były połączone z innym lądem co najmniej od czasu miocenu, a nie jest wykluczone, że wręcz uformowały się w plejstocenie[2], czyli bez kontaktu z innym lądem. Zoolodzy przypuszczają[9], że przed wiekami na Little Swan wraz z podróżującymi ludami z Jamajki trafiła nocohutia z Jamajki (nocohutia jamajska), a izolacja trwająca być może nawet od czasu plejstocenu spowodowała dryf genetyczny, który poskutkował zmianami w morfologii[9][2].

 src=
Ukształtowanie i flora wyspy Little Swan

Środowisko życia

Nocohutia z Little Swan nie budowała nor i tuneli w skalistym gruncie[10]. Podobnie jak hutia jamajska (Geocapromys brownii) i nocohutia bahamska (G. ingrahami) żyła na płaskim terenie wśród rozpadlin wapiennych skał[16][13]. Garrett Clough[17] cytując wieloletniego rezydenta wysp kapitana Gliddena stwierdza, że G. thoracatus prowadził dzienny tryb życia, co różni go od dwóch żyjących współcześnie gatunków hutii z rodzaju Geocapromys[16][13].

Kopalne ślady występowania nocohutii wyspowej

Nie odnaleziono kopalnych śladów występowania G. thoracatus na wyspach Swan. Odkryty na Jamajce w 1916 roku fragment żuchwy i kości udowej[9], został sklasyfikowany jako należący do przedstawiciela tego gatunku, lecz późniejsze badania wykazały, że kościec należał do młodego osobnika nocohutii jamajskiej (Geocapromys brownii)[9][2].

Żywienie

Nocohutia wyspowa była roślinożercą. Nie ma zbyt wielu informacji na temat żywienia tych zwierząt, z wyjątkiem stwierdzenia barona Moyne[10], mówiącego, że nocohutie na wyspie Swan żerowały na dzikim winie porastającym skały. Clough podawał, że wiecznie zielony krzew Strumpfia maritima i liściokwiat Phyllanthus epiphyllanthus wybierane przez Geocapromys ingrahami spośród roślinności jego rodzimej wschodniej wyspy Plana Cays, były również dostępne na wyspach Swan. Prawdopodobnie były więc także pożywieniem tamtejszej hutii[17].

Przypisy

  1. Geocapromys thoracatus, w: Integrated Taxonomic Information System (ang.).
  2. a b c d e f g h i j k l m n o p q Gary S. Morgan. Geocapromys thoracatus. „Mammalian Species”. 341, s. 1–5, 1989 (ang.).
  3. a b Geocapromys thoracatus. Czerwona księga gatunków zagrożonych (IUCN Red List of Threatened Species) (ang.).
  4. a b Włodzimierz Cichocki, Agnieszka Ważna, Jan Cichocki, Ewa Rajska, Artur Jasiński, Wiesław Bogdanowicz: Polskie nazewnictwo ssaków świata. Warszawa: Muzeum i Instytut Zoologii Polskiej Akademii Nauk, 2015, s. 297. ISBN 978-83-88147-15-9.
  5. a b Wilson Don E. & Reeder DeeAnn M. (red.) Geocapromys thoracatus. w: Mammal Species of the World. A Taxonomic and Geographic Reference (Wyd. 3.) [on-line]. Johns Hopkins University Press, 2005. (ang.) [dostęp 19 stycznia 2011]
  6. Garrett C. Clough. Current status of two endangered Caribbean rodents. „Biological Conservation”. 10, s. 43–47, 1976. Elsevier Ltd (ang.).
  7. Papers from a Symposium. The U.S. Fish Commission Steamer Albatross: A History. „Marine Fisheries Review”. 61, s. i-vii, 1999. National Marine Fisheries Service (ang.).
  8. a b Percy Roycroft Lowe: A naturalist on desert islands. Witherby & Co. – Londyn, 1911.
  9. a b c d e f G.S. Morgan. Taxonomic status and relationships of the Swan Island hutia, Geocapromys thoracatus (Mammalia: Rodentia: Capromyidae), and the zoogeography of the Swan Islands vertebrate fauna. „Proceedings of the Biological Society of Washington”. 98, s. 29–46, 1985 (ang.).
  10. a b c d Walter Edward Guiness bar.Moyne: Atlantic Circle. Blackie ans sons, 1938.
  11. Glover Morrill Allen: Extinct and vanishing mammals of the Western Hemisphere. American Committee for International Wildlife Protection, ACIC, 1942.
  12. H.B. Stewart: Oceanographic cruise report of the USC and GS ship Explorer – 1960. US. Departament of Commerce; Coast and Gedetic Surv., Waszyngton, 1962.
  13. a b c Garrett C. Clough. Biology of the Bahamian hutia, Geocapromys ingrahami. „Journal of Mammalogy”. 53, s. 807–823, 1972. American Society of Mammologists (ang.).
  14. Stephen Pavlidis: Northwest Caribbean Guide. 2007. ISBN 978-1-892399-24-3.
  15. a b Frank Michler Chapman. The revision of the genus Capromys. „Bulletin of the American Museum of Natural History”. 14, s. 312–323, 1901. American Museum of Natural History (ang.).
  16. a b Sydney Anderson, Charles A. Woods, Gary S. Morgan, W. L. R. Oliver. Geocapromys brownii. „Mammalian Species”. 201, s. 1–5, 1983 (ang.).
  17. a b Garrett C. Clough. Current status of two endangered Caribbean rodents. „Biological Conservation”. 10, s. 43–47, 1976. Elsevier Ltd (ang.).

Bibliografia

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Autorzy i redaktorzy Wikipedii
original
visit source
partner site
wikipedia POL

Nocohutia wyspowa: Brief Summary ( Polish )

provided by wikipedia POL
 src= Mapa Hondurasu z naniesionym oznaczeniem wysp Swan (Santanilla)

Nocohutia wyspowa (Geocapromys thoracatus) (ang: Little Swan Island Hutia, Swan Island Hutia) – wymarły gatunek gryzonia z rodzaju Geocapromys z rodziny hutiowatych (podrodzina: hutie) zamieszkujący w przeszłości wyłącznie teren jednej małej – należącej do Hondurasu – wyspy, wchodzącej w skład leżących na Morzu Karaibskim wysp Swan (Islas Santanilla). Gatunek Geocapromys thoracatus wymarł prawdopodobnie w latach 50. XX wieku.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Autorzy i redaktorzy Wikipedii
original
visit source
partner site
wikipedia POL

Geocapromys thoracatus ( Swedish )

provided by wikipedia SV


Geocapromys thoracatus[2] är en utdöd gnagare som först beskrevs av Frederick W. True 1888. Geocapromys thoracatus ingår i släktet kortsvansade bäverråttor, och familjen bäverråttor.[3][4] IUCN kategoriserar arten globalt som utdöd.[1] Inga underarter finns listade i Catalogue of Life.[3]

Denna gnagare levde på Islas del Cisne (svanöarna) nära Honduras. Troligen bildades arten av andra kortsvansade bäverråttor som introducerades för 7000 till 5000 år sedan av indianerna på ögruppen. Fram till början av 1900-talet var populationen jämförelsevis stor. På grund av flera orkaner och införda rovdjur som tamkatter dog de ut vid mitten av 1900-talet. Habitatet utgjordes av buskskogar.[1][5]

Källor

  1. ^ [a b c] 2008 Geocapromys thoracatus Från: IUCN 2012. IUCN Red List of Threatened Species. Version 2012.2 <www.iucnredlist.org>. Läst 2012-10-24.
  2. ^ Wilson, Don E., and DeeAnn M. Reeder, eds. (2005) , Mammal Species of the World: A Taxonomic and Geographic Reference, 3rd ed., Geocapromys thoracatus
  3. ^ [a b] Bisby F.A., Roskov Y.R., Orrell T.M., Nicolson D., Paglinawan L.E., Bailly N., Kirk P.M., Bourgoin T., Baillargeon G., Ouvrard D. (red.) (24 april 2011). ”Species 2000 & ITIS Catalogue of Life: 2011 Annual Checklist.”. Species 2000: Reading, UK. http://www.catalogueoflife.org/annual-checklist/2011/search/all/key/geocapromys+thoracatus/match/1. Läst 24 september 2012.
  4. ^ ITIS: The Integrated Taxonomic Information System. Orrell T. (custodian), 2011-04-26
  5. ^ Ronald M. Nowak, red (1999). ”Bahaman an Jamaican Huitas” (på engelska). Walker’s Mammals of the World. The Johns Hopkins University Press. sid. 1706-1708. ISBN 0-8018-5789-9

Externa länkar

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia författare och redaktörer
original
visit source
partner site
wikipedia SV

Geocapromys thoracatus: Brief Summary ( Swedish )

provided by wikipedia SV


Geocapromys thoracatus är en utdöd gnagare som först beskrevs av Frederick W. True 1888. Geocapromys thoracatus ingår i släktet kortsvansade bäverråttor, och familjen bäverråttor. IUCN kategoriserar arten globalt som utdöd. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life.

Denna gnagare levde på Islas del Cisne (svanöarna) nära Honduras. Troligen bildades arten av andra kortsvansade bäverråttor som introducerades för 7000 till 5000 år sedan av indianerna på ögruppen. Fram till början av 1900-talet var populationen jämförelsevis stor. På grund av flera orkaner och införda rovdjur som tamkatter dog de ut vid mitten av 1900-talet. Habitatet utgjordes av buskskogar.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia författare och redaktörer
original
visit source
partner site
wikipedia SV

Geocapromys thoracatus ( Ukrainian )

provided by wikipedia UK

Етимологія

Видова назва грец. θωρακας — «нагрудний знак» вказує на поперечну смугу хутра кремового кольору на грудях, яка характерна для цього виду.

Зовнішня морфологія

Довжина голови й тіла: 330–350 мм. Вуха порівняно з іншими видами цього роду великі. Хутро зверху сіро-коричневе, на животі світло-коричневе. Більшість волосинок на спині світло-коричнева з коричнево-рудою основою, але упереміш із довгими темно-коричневими волосками, особливо по центру спини. Довжина волосків 20-25 мм. На боках, які світліші ніж спина і темніші ніж живіт, темно-коричневі спинні волоски дають шлях власне коричневим. 8-10 тонких вібрісів мають довжину 50 мм. Вуха порівняно великі й, здається, майже голі, хоча зовнішні і внутрішні поверхні мають розріджене покриття з надзвичайно коротких тонких волосків. Китиці на вухах відсутні. Хвіст короткий, приблизно рівний довжині задніх ніг, і з мізерним покриттям довгими темно-коричневими волосками. Молочних залоз дві з кожного боку, розташовані приблизно посередині на грудній клітці. Статевий диморфізм не виявлений, але самці трохи більші.

Середовище проживання

Вид Geocapromys thoracatus відомий з Малого лебединого острову. Це крихітний (2 км².), віддалений (відстань до найближчого берега 180 км) острівець на північно-заході Карибського моря, утворений піднятими коралових вапняків. Хоча Великий лебединий острів розташований всього за 0,5 км на захід від Малого і вкритий пишнішою рослинністю, немає ніяких доказів проживання цього виду на ньому. Плато острова густо вкрите невисокими деревами, колючими чагарниками і кактусами, які формують низький навіс над вкритою гострими тріщинами, глибоко еродованою вапняною поверхнею. Тому тварини не мають можливості рити нори і вони живуть в зубчастих тріщинах в коралової породи. Як і інші представники виду Geocapromys thoracatus травоїдний.

Джерела


license
cc-by-sa-3.0
copyright
Автори та редактори Вікіпедії
original
visit source
partner site
wikipedia UK

Geocapromys thoracatus ( Vietnamese )

provided by wikipedia VI

Geocapromys thoracatus là một loài động vật có vú trong họ Capromyidae, bộ Gặm nhấm. Loài này được True mô tả năm 1888.[2]

Hình ảnh

Chú thích

  1. ^ Turvey, S. & Helgen, K. (2008). Geocapromys thoracatus. 2008 Sách đỏ IUCN. Liên minh Bảo tồn Thiên nhiên Quốc tế 2008. Truy cập ngày 5 tháng 1 năm 2009.
  2. ^ a ă Wilson, D. E.; Reeder, D. M. biên tập (2005). “Geocapromys thoracatus”. Mammal Species of the World . Baltimore: Nhà in Đại học Johns Hopkins, 2 tập (2.142 trang). ISBN 978-0-8018-8221-0. OCLC 62265494.

Tham khảo


Hình tượng sơ khai Bài viết về một loài thuộc bộ Gặm nhấm này vẫn còn sơ khai. Bạn có thể giúp Wikipedia bằng cách mở rộng nội dung để bài được hoàn chỉnh hơn.
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia tác giả và biên tập viên
original
visit source
partner site
wikipedia VI

Geocapromys thoracatus: Brief Summary ( Vietnamese )

provided by wikipedia VI

Geocapromys thoracatus là một loài động vật có vú trong họ Capromyidae, bộ Gặm nhấm. Loài này được True mô tả năm 1888.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia tác giả và biên tập viên
original
visit source
partner site
wikipedia VI

Островная хутия ( Russian )

provided by wikipedia русскую Википедию
Царство: Животные
Подцарство: Эуметазои
Без ранга: Вторичноротые
Подтип: Позвоночные
Инфратип: Челюстноротые
Надкласс: Четвероногие
Подкласс: Звери
Инфракласс: Плацентарные
Надотряд: Euarchontoglires
Грандотряд: Грызунообразные
Отряд: Грызуны
Инфраотряд: Hystricognathi
Парвотряд: Caviomorpha
Надсемейство: Нутриеобразные
Семейство: Хутиевые
Подсемейство: Capromyinae
Вид: † Островная хутия
Международное научное название

Geocapromys thoracatus (True, 1888)

Охранный статус Исчезнувший видWikispecies-logo.svg
Систематика
на Викивидах
Commons-logo.svg
Изображения
на Викискладе
ITIS 584879NCBI 2220035EOL 326772

Островная хутия (лат. Geocapromys thoracatus) — вымерший вид грызунов из семейства хутиевых. Был эндемиком карибского острова Малый Сисне, Гондурас.

Представителей этого вида не видели с начала 1950-х годов[1]. Они вымерли из-за хищничества со стороны кошек, которые были завезены сюда до 1960-х годов.

Видовое название происходит от греч. θωρακας — «нагрудный знак» указывает на поперечную полосу меха кремового цвета на груди, которая характерна для этого вида.

Длина тела от 33 до 35 см. Уши по сравнению с другими видами этого рода большие. Мех сверху серо-коричневый, на брюхе светло-коричневый. Большинство волосинок на спине светло-коричневые с коричнево-рыжей основой, но вперемешку с длинными тёмно-коричневыми волосками, особенно по центру спины. Длина волосков 20—25 мм. По бокам, которые светлее чем спина и темные чем брюхо, тёмно-коричневые спинные волоски дают путь собственно коричневым. 8—10 тонких вибрисс имеют длину 50 мм. Уши сравнительно крупные и, кажется, почти голые, хотя внешние и внутренние поверхности имеют разреженное покрытие из чрезвычайно коротких тонких волосков. Кисти на ушах отсутствуют. Хвост короткий, примерно равный длине задних ног, и со скудным покрытием длинными тёмно-коричневыми волосками. Молочных желёз две с каждой стороны, расположены примерно посередине на грудной клетке. Половой диморфизм не выявлен, но самцы немного больше. Вероятно, масса взрослых животных должны была составлять до 1 кг[2].

Островная хутия известна с острова Малый Сисне. Это крошечный (2 км²), удаленный (расстояние до ближайшего берега 180 км) островок на северо-западе Карибского моря, образованный поднятием коралловых известняков. Хотя Большой Сисне находится всего в 0,5 км к западу от Малого и покрыт пышной растительностью, нет никаких доказательств обитания этого вида на нём. Плато острова густо покрыто невысокими деревьями, колючими кустарниками и кактусами, которые формируют низкий навес над покрытой острыми трещинами, глубоко эродированных известковой поверхностью. Поэтому животные не имеют возможности рыть норы и живут в зубчатых трещинах в коралловой породы. Как и другие представители вида, островная хутия была травоядным видом.

Примечания

  1. Clough, Garrett C. (1976). “Current status of two endangered Caribbean rodents”. Biological Conservation [англ.]. Elsevier Ltd. 10: 43—47.
  2. Morgan, G.S. (1985). “Taxonomic status and relationships of the Swan Island hutia, Geocapromys thoracatus (Mammalia: Rodentia: Capromyidae), and the zoogeography of the Swan Islands vertebrate fauna”. Proceedings of the Biological Society of Washington [англ.]. 98: 29—46.
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Авторы и редакторы Википедии

Островная хутия: Brief Summary ( Russian )

provided by wikipedia русскую Википедию

Островная хутия (лат. Geocapromys thoracatus) — вымерший вид грызунов из семейства хутиевых. Был эндемиком карибского острова Малый Сисне, Гондурас.

Представителей этого вида не видели с начала 1950-х годов. Они вымерли из-за хищничества со стороны кошек, которые были завезены сюда до 1960-х годов.

Видовое название происходит от греч. θωρακας — «нагрудный знак» указывает на поперечную полосу меха кремового цвета на груди, которая характерна для этого вида.

Длина тела от 33 до 35 см. Уши по сравнению с другими видами этого рода большие. Мех сверху серо-коричневый, на брюхе светло-коричневый. Большинство волосинок на спине светло-коричневые с коричнево-рыжей основой, но вперемешку с длинными тёмно-коричневыми волосками, особенно по центру спины. Длина волосков 20—25 мм. По бокам, которые светлее чем спина и темные чем брюхо, тёмно-коричневые спинные волоски дают путь собственно коричневым. 8—10 тонких вибрисс имеют длину 50 мм. Уши сравнительно крупные и, кажется, почти голые, хотя внешние и внутренние поверхности имеют разреженное покрытие из чрезвычайно коротких тонких волосков. Кисти на ушах отсутствуют. Хвост короткий, примерно равный длине задних ног, и со скудным покрытием длинными тёмно-коричневыми волосками. Молочных желёз две с каждой стороны, расположены примерно посередине на грудной клетке. Половой диморфизм не выявлен, но самцы немного больше. Вероятно, масса взрослых животных должны была составлять до 1 кг.

Островная хутия известна с острова Малый Сисне. Это крошечный (2 км²), удаленный (расстояние до ближайшего берега 180 км) островок на северо-западе Карибского моря, образованный поднятием коралловых известняков. Хотя Большой Сисне находится всего в 0,5 км к западу от Малого и покрыт пышной растительностью, нет никаких доказательств обитания этого вида на нём. Плато острова густо покрыто невысокими деревьями, колючими кустарниками и кактусами, которые формируют низкий навес над покрытой острыми трещинами, глубоко эродированных известковой поверхностью. Поэтому животные не имеют возможности рыть норы и живут в зубчатых трещинах в коралловой породы. Как и другие представители вида, островная хутия была травоядным видом.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Авторы и редакторы Википедии

胸甲硬毛鼠 ( Chinese )

provided by wikipedia 中文维基百科
二名法 Geocapromys thoracatus
(True, 1888)

胸甲硬毛鼠Geocapromys thoracatus),又名小斯旺島牛鼠,是分佈在洪都拉斯東北部天鵝群島硬毛鼠。牠們行動遲緩,外觀像豚鼠。牠們在山洞及石縫間以樹皮及葉子築巢。

胸甲硬毛鼠的祖先可能是於5000-7000年前由牙買加帶來。牠們有可能是牙買加硬毛鼠亞種。於20世紀初牠們也算很普遍,但因1955年嚴重的颶風破壞及家貓的入侵而消失。

參考

  • 'A Gap in Nature' by Tim Flannery and Peter Schouten (2001), published by William Heinemann
 title=
license
cc-by-sa-3.0
copyright
维基百科作者和编辑

胸甲硬毛鼠: Brief Summary ( Chinese )

provided by wikipedia 中文维基百科

胸甲硬毛鼠(Geocapromys thoracatus),又名小斯旺島牛鼠,是分佈在洪都拉斯東北部天鵝群島硬毛鼠。牠們行動遲緩,外觀像豚鼠。牠們在山洞及石縫間以樹皮及葉子築巢。

胸甲硬毛鼠的祖先可能是於5000-7000年前由牙買加帶來。牠們有可能是牙買加硬毛鼠亞種。於20世紀初牠們也算很普遍,但因1955年嚴重的颶風破壞及家貓的入侵而消失。

license
cc-by-sa-3.0
copyright
维基百科作者和编辑