dcsimg

Geitenbaard ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL
 src=
Aruncus dioicus vruchten
 src=
Bladeren van de geitenbaard

De geitenbaard (Aruncus dioicus) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De plant wordt 1,5–2 m hoog. De soort heeft weinig vertakte stengels. De bladeren zijn onevengeveerd.

De plant is tweehuizig: de bloemen zijn geelwit bij vrouwelijke pluimen en helderwit bij mannelijke. De bloei is van juni tot half augustus. De opmerkelijke naam heeft betrekking op de bloeiwijze met sterk vertakte pluimen met crèmewitte bloemen, die doet denken aan de sik van een geit.

Vroeger werd geitenbaard vaak foutief met Spiraea (Spierstruik) aangeduid, omdat de bloeiwijze daar veel op lijkt.

Kweek

Voor de kweek van geitenbaard is vochtige, halfbeschaduwde grond het beste. De planten gedijen uitstekend op een kleiachtige grond.

Verwante soorten

Het geslacht Aruncus telt ongeveer tien soorten, die allemaal winterhard zijn. Een andere soort is :

  • Aruncus sylvester (synoniem: Spiraea aruncus): idem, maar bloemen hebben een iets gelere tint. Hiervan bestaat de volgende cultivar: Aruncus sylvester 'Kneiffii': idem, maar slechts 60 cm hoog.
  • Aruncus 'Horatio' is een hybride van A.aethusifolius en A.dioicus die ongeveer 1.60 m hoog wordt. Het blad is fijner en heeft een enigszins oranje gloed. De bloemaartjes staan meer horizontaal en zijn heel lichtroze.

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties
  • Wijlen, A. van (1980) Grote Tuinplanten Encyclopedie, Zuid-Nederlandse Uitgeverij Aartselaar.
Wikimedia Commons Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Aruncus dioicus op Wikimedia Commons.
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL

Geitenbaard: Brief Summary ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL
 src= Aruncus dioicus vruchten  src= Bladeren van de geitenbaard

De geitenbaard (Aruncus dioicus) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De plant wordt 1,5–2 m hoog. De soort heeft weinig vertakte stengels. De bladeren zijn onevengeveerd.

De plant is tweehuizig: de bloemen zijn geelwit bij vrouwelijke pluimen en helderwit bij mannelijke. De bloei is van juni tot half augustus. De opmerkelijke naam heeft betrekking op de bloeiwijze met sterk vertakte pluimen met crèmewitte bloemen, die doet denken aan de sik van een geit.

Vroeger werd geitenbaard vaak foutief met Spiraea (Spierstruik) aangeduid, omdat de bloeiwijze daar veel op lijkt.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL