Rhytidiadelphus (Kransemos) er en slægt af mosser med seks arter i verden, hvoraf de tre findes i Danmark. Rhytidiadelphus betyder 'i slægt med Rhytidium'. Mosset Rhytidium rugosum henføres dog til sin egen familie og findes ikke i Danmark, men f.eks. på Øland i Sverige.
Rhytidiadelphus ist eine Gattung von pleurokarpen Laubmoosen aus der Familie Hylocomiaceae. Im deutschen Sprachraum werden sie auch Runzelbruder, Runzelpeter oder Kranzmoos genannt.
Die Vertreter dieser Gattung sind große und kräftige Moose mit bis etwa 20 Zentimeter langen, niederliegenden bis aufrechten und unregelmäßig bis fiederig beasteten Pflanzen in lockeren Rasen. Paraphyllien fehlen, Pseudoparaphyllien sind spärlich vorhanden. Die Blätter sind sparrig abstehend bis zurückgebogen oder einseitswendig. Sie sind aus der breiten Blattbasis allmählich oder plötzlich zugespitzt, flachrandig und oft längsfaltig. Die Blattrippe kann entweder ganz fehlen oder sie ist doppelt, die Länge variiert von sehr kurz bis mehr als die halbe Blattlänge. Die Blattzellen der Blattmitte sind linealisch, Blattflügelzellen sind nicht oder wenig differenziert. Die Sporenkapsel auf der langen, glatten und dunkelroten Seta ist eiförmig, horizontal und hochrückig. Die Arten sind diözisch.
Die Verbreitung erstreckt sich über die gemäßigten Zonen der Nordhalbkugel, weiters gibt es Vorkommen in Australasien.
Zur Gattung Rhytidiadelphus werden weltweit fünf Arten gezählt, von denen vier auch in Europa vertreten sind.
Rhytidiadelphus ist eine Gattung von pleurokarpen Laubmoosen aus der Familie Hylocomiaceae. Im deutschen Sprachraum werden sie auch Runzelbruder, Runzelpeter oder Kranzmoos genannt.
Rhytidiadelphus is a genus of mosses belonging to the family Hylocomiaceae.[1]
The genus was first described by Karl Gustav Limpricht in 1906.[1]
The genus has cosmopolitan distribution.[2]
Species:
Rhytidiadelphus is a genus of mosses belonging to the family Hylocomiaceae.
The genus was first described by Karl Gustav Limpricht in 1906.
The genus has cosmopolitan distribution.
Species:
Rhytidiadelphus japonicus T. Koponen, 1971 Rhytidiadelphus loreus Warnstorf, 1906 Rhytidiadelphus printzii Kaalaas, 1919 Rhytidiadelphus squarrosus Warnstorf, 1906 Rhytidiadelphus triquetrus Warnstorf, 1906Käharik (Rhytidiadelphus) on sambla perekond laanikuliste sugukonnast.
Käharik (Rhytidiadelphus) on sambla perekond laanikuliste sugukonnast.
Liekosammalet (Rhytidiadelphus) on palmikkosammalten lahkoon kuuluva suku, johon kuuluu neljä Suomessa esiintyvää lajia. Ne ovat kaikki elinvoimaisia Suomessa.
Liekosammalet (Rhytidiadelphus) on palmikkosammalten lahkoon kuuluva suku, johon kuuluu neljä Suomessa esiintyvää lajia. Ne ovat kaikki elinvoimaisia Suomessa.
Rhytidiadelphus est un genre de mousses de la famille des Hylocomiaceae.
Selon Catalogue of Life (19 juin 2013)[1] :
Selon ITIS (19 juin 2013)[2] :
Selon NCBI (19 juin 2013)[3] :
Selon Tropicos (19 juin 2013)[4] (Attention liste brute contenant possiblement des synonymes) :
Rhytidiadelphus est un genre de mousses de la famille des Hylocomiaceae.
Kerėža (lot. Rhytidiadelphus) – patisinių (Hypnaceae) šeimos samanų gentis, kuriai priklauso puriais kilimais arba vejomis augančios stambios samanos. Jų stiebas gulsčias arba status, lapai atsilošę ir išlinkę.
Lietuvoje žinomos 4 rūšys, iš jų šikšninė kerėža (Rhytidiadelphus loreus) įrašyta į Lietuvos raudonąją knygą.
Haakmos (Rhytidiadelphus) is een geslacht van mossen uit de klasse Bryopsida (bladmossen). Het is een algemeen voorkomend geslacht dat vooral in het Noordelijk halfrond voorkomt.
In België en Nederland wordt het geslacht vertegenwoordigd door drie soorten.
De botanische naam Rhytidiadelphus is afgeleid van Rhytidium, een mossengeslacht, en het Oudgriekse ἀδελφός, adelphos (broer), wat een relatie tussen beide geslachten impliceert.
Haakmossen zijn overwegend grote en stevige, mattenvormende slaapmossen met liggende of staande, onregelmatig of geveerd vertakte stengels. De stengels en takken dragen vlakke tot geplooide of teruggebogen, breed-ovale, driehoekige of lancetvormige blaadjes, die aan de top scherp toegespitst zijn. Een centrale nerf ontbreekt, maar er is steeds een dubbele nerf die tot voorbij de helft van het blad kan reiken. De takblaadjes zijn meestal kleiner en smaller en versmallen zich abrupter.
De sporofyt bestaat uit een horizontaal geplaatst sporenkapsel of sporogoon op een lange steel of seta. De sporen worden verspreid via een ringvormige, met twee rijen tanden bezette opening, het peristoom, die bij onrijpe kapsels afgesloten wordt door een kegelvormig operculum.
Haakmossen zijn terrestrische of epifytische planten uit gematigde en arctische streken van het Noordelijk halfrond.
Het geslacht Rhytidiadelphus omvat naargelang de bron 5 of 6 soorten:
Haakmos (Rhytidiadelphus) is een geslacht van mossen uit de klasse Bryopsida (bladmossen). Het is een algemeen voorkomend geslacht dat vooral in het Noordelijk halfrond voorkomt.
In België en Nederland wordt het geslacht vertegenwoordigd door drie soorten.
Hakmossor (Rhytidiadelphus) är ett släkte inom familjen Hylocomiaceae bland de egentliga bladmossorna.
Hakmossor (Rhytidiadelphus) är ett släkte inom familjen Hylocomiaceae bland de egentliga bladmossorna.
Rhytidiadelphus là một chi rêu trong họ Hylocomiaceae.[1]
Rhytidiadelphus là một chi rêu trong họ Hylocomiaceae.