Arocatus longiceps ist eine Wanze aus der Familie der Bodenwanzen (Lygaeidae).
Die Wanzen werden 5,5 bis 6,6 Millimeter lang.[1] Die rot und schwarz gefärbten Tiere sind fast unverwechselbar, haben jedoch gewisse Ähnlichkeit mit der Zimtwanze (Corizus hyoscyami), welche jedoch viel kräftiger gefärbt ist.[2] Es gibt die nahe verwandte Art Arocatus roeselii, die sich nur in Feinheiten unterscheidet.
Die Art ist vom Kaukasus über Kleinasien und Südeuropa bis in den Süden Mitteleuropas verbreitet. Sie tritt jedoch zunehmend auch weiter nördlich auf. In der Steiermark wurde sie erstmals 1995 gefunden, mittlerweile ist sie in ganz Österreich nachgewiesen, aber nur im Osten häufig. Auch in Deutschland, in Tschechien und Ungarn ist die Art mittlerweile heimisch.[1] In Deutschland ist sie aus Bayern, Nordrhein-Westfalen, Sachsen, Sachsen-Anhalt, Niedersachsen, Berlin und Brandenburg nachgewiesen.[3] Seit 2007 ist sie auch aus Großbritannien dokumentiert.[2]
Die Tiere leben an Morgenländischer Platane (Platanus orientalis) und ihren Hybriden, kommen aber auch auf Linden (Tila), Hainbuchen (Carpinus), Ahornen (Acer) und Kastanien (Castanea) vor. Die Paarung erfolgt im Mai; die Imagines der neuen Generation treten dann schon im Juni auf. In günstigen Jahren entwickeln sich bis Oktober Imagines einer zweiten Generation. Zur Überwinterung finden die Tiere auch in Wohnungen.[1] Gewöhnlich findet die Überwinterung in größeren Ansammlungen unter der Rinde von Platanen statt.
Arocatus longiceps ist eine Wanze aus der Familie der Bodenwanzen (Lygaeidae).
Arocatus longiceps, the plane tree bug, is a species of seed bug in the family Lygaeidae, found mainly in Europe.[1][2]
These five subspecies belong to the species Arocatus longiceps:
Arocatus longiceps, the plane tree bug, is a species of seed bug in the family Lygaeidae, found mainly in Europe.
De Arocatus longiceps is een wants uit de familie bodemwantsen (Lygaeidae). 'Plataanridderwants' is de Nederlandse naam voor deze wants op Waarneming.nl, waar voor alle in de Benelux voorkomende wantsen eenduidige Nederlandse namen zijn ingevoerd.[1][2]
Deze soort is aan de bovenkant zwart en rood, maar hij is niet fel gekleurd. Hij is licht behaard. De kop is zwart en is langer dan het eerste segment van de antenne. Het schildje (scutellum) is zwart. Over het hemi-elytrum (de deels verharde voorvleugel) loopt langs het schildje een rode band, ook aan de zijkant en langs het donkerbruine membraan (doorzichtig deel van de voorvleugel) is een rode rand, het overige deel is zwart. Het halsschild heeft aan de voorrand een roodachtig bruine band. De poten zijn roodbruin. De lengte is 5,5 – 6,6 mm.
Deze wants lijkt zeer veel op de Arocatus roeselii. Berend Aukema: Morfologisch zijn Arocatus roeselii en Arocatus longiceps niet van elkaar te onderscheiden en er is consensus onder specialisten om, zolang dat het geval is, de soorten te benoemen op basis van de waardplanten, respectievelijk els en plataan.[3]
Dat beide soorten veel op elkaar lijken, blijkt uit een bericht uit 2007, waarin stond, dat de Arocatus roeselii in groten getale voorkomt in Londen, nabij het Natural History Museum. Uiteindelijk bleek het niet om Arocatus roeselii te gaan, maar om de plataanridderwants (Arocatus longiceps).
De plataanridderwants is vanuit de Kaukasus verspreid naar Klein-Azië en Zuidoost-Europa. De laatste jaren wordt hij steeds noordelijker waargenomen, zoals in Groot-Brittannië (2007) en Nederland (2007).
Hij leeft hoofdzakelijk in de oosterse plataan (Platanus orientalis) en hybriden, maar wordt soms ook gevonden in linden (Tila), Carpinus, esdoorns (Acer) en kastanjes (Castanea). De imago’s overwinteren en paring vindt plaats in mei. De imago’s van de nieuwe generatie komen dan al in juni. Eén generatie, maar in gunstige jaren kan er in oktober een tweede generatie zijn. Overwinterende wantsen worden ook in woningen aangetroffen.
De Arocatus longiceps is een wants uit de familie bodemwantsen (Lygaeidae). 'Plataanridderwants' is de Nederlandse naam voor deze wants op Waarneming.nl, waar voor alle in de Benelux voorkomende wantsen eenduidige Nederlandse namen zijn ingevoerd.