nomes no trilho de navegação
El ratpenat bru de Nova Guinea (Philetor brachypterus) és una espècie de ratpenat de la família dels vespertiliònids que es troba a Brunei, Indonèsia, Malàisia, el Nepal, Papua Nova Guinea i les Filipines.
El ratpenat bru de Nova Guinea (Philetor brachypterus) és una espècie de ratpenat de la família dels vespertiliònids que es troba a Brunei, Indonèsia, Malàisia, el Nepal, Papua Nova Guinea i les Filipines.
Die Rohu-Fledermaus (Philetor brachypterus) ist eine Fledermausart in der Familie der Glattnasen (Vespertilionidae).[1]
Die Art ähnelt den Zwergfledermäusen (Pipistrellus) im Körperbau. Sie besitzt nur jeweils einen Prämolar in den oberen Kieferhälften, die zentralen oberen Schneidezähne sind lang und schmal.[2] Die Rohu-Fledermaus erreicht eine Kopfrumpflänge von 52 bis 64 mm, eine Schwanzlänge von 30 bis 38 mm sowie eine Unterarmlänge von 30 bis 38 mm. Das Gewicht liegt zwischen 8 und 13 g. Diese Fledermaus hat rotbraunes bis dunkelbraunes Fell auf der Oberseite, die Unterseite ist heller mit grauer Schattierung.[3]
Die Rohu-Fledermaus kommt mit mehreren voneinander getrennten Populationen in Südostasien sowie in der Region Australis vor. Das Verbreitungsgebiet reicht von Nepal über die Malaiische Halbinsel, Sumatra, Borneo und die Philippinen bis nach Neuguinea und zum Bismarck-Archipel. Die Fledermaus hält sich im Flachland und in Gebirgen bis 2100 Meter Meereshöhe auf. Sie bewohnt vorwiegend Wälder.[4]
Die Individuen ruhen in Baumhöhlen oder auf Palmen. Dort bilden sie Kolonien mit bis zu 55 Mitgliedern. Die Fledermaus jagt verschiedene Insekten im Unterholz, über den Baumkronen oder über Grasflächen.[4] Ein gefangenes Weibchen war mit einem Embryo trächtig.[3]
Regional können sich Waldrodungen negativ auf den Bestand auswirken. Eine nennenswerte Bedrohung für die gesamte Art ist nicht bekannt. Die Weltnaturschutzunion (IUCN) listet die Rohu-Fledermaus als nicht gefährdet (Least Concern).[4]
Die Rohu-Fledermaus (Philetor brachypterus) ist eine Fledermausart in der Familie der Glattnasen (Vespertilionidae).
Rohu's bat (Philetor brachypterus) is a species of vesper bat. It is the only species in the genus Philetor. It is found in Brunei, Indonesia, Malaysia, Nepal, Papua New Guinea, and the Philippines.
Rohu's bat (Philetor brachypterus) is a species of vesper bat. It is the only species in the genus Philetor. It is found in Brunei, Indonesia, Malaysia, Nepal, Papua New Guinea, and the Philippines.
Philetor brachypterus es una especie de murciélago de la familia Vespertilionidae. Es la única especie del género Philetor.
Se encuentra en Brunéi Darussalam, Indonesia Malasia, Nepal, Papúa Nueva Guinea y Filipinas.
Datos: Q1829351
Multimedia:
Especies: Philetor brachypterus
Philetor brachypterus es una especie de murciélago de la familia Vespertilionidae. Es la única especie del género Philetor.
Philetor brachypterus Philetor generoko animalia da. Chiropteraren barruko Vespertilioninae azpifamilia eta Vespertilionidae familian sailkatuta dago
Philetor brachypterus Philetor generoko animalia da. Chiropteraren barruko Vespertilioninae azpifamilia eta Vespertilionidae familian sailkatuta dago
Philetor brachypterus est une espèce de chauve-souris, l'unique du genre Philetor.
Ce taxon admet les synonymes latins suivants :
Philetor brachypterus est une espèce de chauve-souris, l'unique du genre Philetor.
Philetor brachypterus (Temminck, 1840) è un pipistrello della famiglia dei Vespertilionidi, unica specie del genere Philetor (Thomas, 1902), diffuso nell'Ecozona orientale e australasiana.[1][2]
Pipistrello di piccole dimensioni, con la lunghezza della testa e del corpo tra 50,5 e 65 mm, la lunghezza dell'avambraccio tra 30 e 39 mm, la lunghezza della coda tra 29,6 e 40 mm, la lunghezza del piede tra 8 e 11 mm, la lunghezza delle orecchie tra 10 e 14 mm, un'apertura alare fino a 26,2 cm e un peso fino a Template:15.[3]
Il cranio è angolato, con il rostro che si sviluppa progressivamente verso l'ampia e rotonda scatola cranica. Gli incisivi superiori esterni sono lunghi, bifidi e procumbenti, mentre quelli più interni sono più piccoli. I premolari superiori sono ridotti. I canini sono provvisti di una seconda cuspide. Sono caratterizzati dalla seguente formula dentaria:
3 1 1 2 2 1 1 3 3 2 1 3 3 1 2 3 Totale: 32 1.Incisivi; 2.Canini; 3.Premolari; 4.Molari;La pelliccia è corta e densa. Le parti dorsali variano dal bruno-rossastro al marrone scuro, con la base dei peli bruno-grigiastra chiara. Le parti ventrali variano dal bruno-rossastro al bruno-grigiastro. La testa è appiattita. Il muso è largo, tronco e cosparso di pochi peli. Le orecchie sono grandi e rotonde, con il margine posteriore attaccato alla base della gola. La superficie interna del padiglione auricolare è cosparsa di peli. Il trago è rettangolare, mentre l'antitrago è ben sviluppato. Gli occhi sono piccoli. Le ali sono corte e molto strette, dovuto principalmente alla breve lunghezza del quinto dito. I genitali di entrambi i sessi sono insolitamente modificati. Il pene è allungato, con un cuscinetto setoloso sul glande dal quale fuoriesce un piccolo fusto che sorregge una struttura triangolare, mentre la vulva è circondata da cinque cuscinetti carnosi separati tra loro.
Emette ultrasuoni a basso ciclo di lavoro sotto forma di impulsi di durata intermedia a frequenza modulata iniziale di 70 kHz e finale a 30 kHz. Questa configurazione è adatta alla predazione in spazi aperti.
Si rifugia nelle cavità degli alberi a circa 1,5-4,5 metri dal suolo in gruppi fino a 55 individui. L'attività predatoria inizia al tramonto.
Si nutre di coleotteri e imenotteri catturati sotto la copertura forestale oppure sui prati.
Femmine gravide con un singolo embrione sono state catturate tra la fine di maggio e metà giugno. Danno alla luce un piccolo alla volta.
Questa specie è diffusa nello stato indiano del Sikkim e nel Nepal centrale e orientale; Penisola Malese, Sumatra centro-occidentale, Borneo settentrionale, Sulawesi, Filippine: Luzon, Catanduanes, Leyte, Negros, Panay, Samar e Mindanao; Nuova Guinea, in Nuova Britannia orientale e Nuova Irlanda meridionale.
Vive nelle foreste pluviali, foreste montane, foreste secondarie e paludose fino a 2.100 metri di altitudine. In Nuova Guinea è stato osservato anche nelle piantagioni di noci da cocco.
La IUCN Red List, considerato il vasto areale, la popolazione presumibilmente numerosa, la presenza in diverse aree protette e la tolleranza alle modifiche ambientali, classifica P.brachypterus come specie a rischio minimo (LC).[1]
Philetor brachypterus (Temminck, 1840) è un pipistrello della famiglia dei Vespertilionidi, unica specie del genere Philetor (Thomas, 1902), diffuso nell'Ecozona orientale e australasiana.
Philetor brachypterus is een vleermuis uit de familie der gladneuzen (Vespertilionidae) die voorkomt van Nepal tot de Filipijnen, Nieuw-Guinea en Nieuw-Brittannië. Het is de enige soort van het geslacht Philetor. Binnen deze soort worden vaak drie ondersoorten erkend (P. b. brachypterus (Temminck, 1840) uit Java, P. b. rohui Thomas, 1902 uit Nieuw-Guinea en P. b. verecundus (Chasen, 1940) uit Borneo en het Maleisisch schiereiland), maar recent onderzoek ondersteunt deze verdeling niet. Er bestaat een mogelijkheid dat Hypsugo anthonyi uit Myanmar ook tot het geslacht Philetor moet worden gerekend. In de Filipijnen komt dit dier voor in regenwoud op 475 tot 1400 m hoogte.
P. brachypterus kan herkend worden aan zijn zeer bijzondere genitaliën, die het geslacht ook de wetenschappelijke naam Philetor (Grieks voor "geliefde") hebben opgeleverd. De soortnaam, brachypterus, betekent "kortvleugelig" in het Grieks. Een exemplaar uit Chimbu Province (Papoea-Nieuw-Guinea) heeft een kop-romplengte van 54,8 mm, een staartlengte van 36,9 mm, een voorarmlengte van 35,3 mm, een achtervoetlengte van 8,7 mm, een oorlengte van 14,1 mm en een gewicht van 11,2 mm. Voor drie dieren uit het Kitangladgebergte in de Filipijnen bedraagt de totale lengte 93 tot 96 mm, de staartlengte 35 tot 36 mm, de achtervoetlengte 10 mm, de oorlengte 13 tot 15 mm, de voorarmlengte 36 tot 37 mm en het gewicht 11 tot 15 g.
Philetor brachypterus is een vleermuis uit de familie der gladneuzen (Vespertilionidae) die voorkomt van Nepal tot de Filipijnen, Nieuw-Guinea en Nieuw-Brittannië. Het is de enige soort van het geslacht Philetor. Binnen deze soort worden vaak drie ondersoorten erkend (P. b. brachypterus (Temminck, 1840) uit Java, P. b. rohui Thomas, 1902 uit Nieuw-Guinea en P. b. verecundus (Chasen, 1940) uit Borneo en het Maleisisch schiereiland), maar recent onderzoek ondersteunt deze verdeling niet. Er bestaat een mogelijkheid dat Hypsugo anthonyi uit Myanmar ook tot het geslacht Philetor moet worden gerekend. In de Filipijnen komt dit dier voor in regenwoud op 475 tot 1400 m hoogte.
P. brachypterus kan herkend worden aan zijn zeer bijzondere genitaliën, die het geslacht ook de wetenschappelijke naam Philetor (Grieks voor "geliefde") hebben opgeleverd. De soortnaam, brachypterus, betekent "kortvleugelig" in het Grieks. Een exemplaar uit Chimbu Province (Papoea-Nieuw-Guinea) heeft een kop-romplengte van 54,8 mm, een staartlengte van 36,9 mm, een voorarmlengte van 35,3 mm, een achtervoetlengte van 8,7 mm, een oorlengte van 14,1 mm en een gewicht van 11,2 mm. Voor drie dieren uit het Kitangladgebergte in de Filipijnen bedraagt de totale lengte 93 tot 96 mm, de staartlengte 35 tot 36 mm, de achtervoetlengte 10 mm, de oorlengte 13 tot 15 mm, de voorarmlengte 36 tot 37 mm en het gewicht 11 tot 15 g.
Philetor brachypterus é uma espécie de morcego da família Vespertilionidae. Pode ser encontrada no Brunei Darussalam, Indonésia, Malásia, Nepal, Papua-Nova Guiné e Filipinas. É a única espécie descrita para o gênero Philetor.
Philetor brachypterus é uma espécie de morcego da família Vespertilionidae. Pode ser encontrada no Brunei Darussalam, Indonésia, Malásia, Nepal, Papua-Nova Guiné e Filipinas. É a única espécie descrita para o gênero Philetor.
Philetor brachypterus[2][3] är en fladdermusart som först beskrevs av Coenraad Jacob Temminck 1840. Philetor brachypterus är ensam i släktet Philetor som ingår i familjen läderlappar.[4][5] IUCN kategoriserar arten globalt som livskraftig.[1] Inga underarter finns listade i Catalogue of Life.[4]
Arten når en kroppslängd (huvud och bål) av 52 till 64 mm, en svanslängd av 30 till 38 mm och en vikt mellan 8 och 13 g. underarmarna blir 30 till 38 mm långa. Pälsen har en rödbrun till mörkbrun färg. Fladdermusen kännetecknas av en rund skalle med kort nos.[6] Arten har korta öron med en bred tragus. Svansen är nästan helt inbäddad i svansflyghuden. I överkäken finns på varje sida två framtänder och en premolar. Per sida förekommer tre framtänder och två premolarer i underkäken.[7]
Philetor brachypterus förekommer med flera från varandra skilda populationer i Sydostasien och den australiska regionen. Utbredningsområdet sträcker sig från Nepal över Malackahalvön, Sumatra, Borneo och Filippinerna till Nya Guinea och Bismarckarkipelagen. Arten vistas i låglandet och i bergstrakter upp till 2100 meter över havet. Habitatet utgörs bergsskogar och andra skogar.[1]
Individerna vilar främst i trädens håligheter. På Nya Guinea hittades de även hängande i palmer. I palmer vilar ibland grupper med upp till 55 medlemmar. Denna fladdermus jagar olika insekter och flyger därför ovanpå trädtopparna eller över ängar nära skogar.[1][6]
En upphittad hona var dräktig med en unge.[6]
Wikispecies har information om Philetor brachypterus.
Philetor brachypterus är en fladdermusart som först beskrevs av Coenraad Jacob Temminck 1840. Philetor brachypterus är ensam i släktet Philetor som ingår i familjen läderlappar. IUCN kategoriserar arten globalt som livskraftig. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life.
Arten når en kroppslängd (huvud och bål) av 52 till 64 mm, en svanslängd av 30 till 38 mm och en vikt mellan 8 och 13 g. underarmarna blir 30 till 38 mm långa. Pälsen har en rödbrun till mörkbrun färg. Fladdermusen kännetecknas av en rund skalle med kort nos. Arten har korta öron med en bred tragus. Svansen är nästan helt inbäddad i svansflyghuden. I överkäken finns på varje sida två framtänder och en premolar. Per sida förekommer tre framtänder och två premolarer i underkäken.
Philetor brachypterus förekommer med flera från varandra skilda populationer i Sydostasien och den australiska regionen. Utbredningsområdet sträcker sig från Nepal över Malackahalvön, Sumatra, Borneo och Filippinerna till Nya Guinea och Bismarckarkipelagen. Arten vistas i låglandet och i bergstrakter upp till 2100 meter över havet. Habitatet utgörs bergsskogar och andra skogar.
Individerna vilar främst i trädens håligheter. På Nya Guinea hittades de även hängande i palmer. I palmer vilar ibland grupper med upp till 55 medlemmar. Denna fladdermus jagar olika insekter och flyger därför ovanpå trädtopparna eller över ängar nära skogar.
En upphittad hona var dräktig med en unge.
Країни поширення: Індонезія (Іріан-Джая, Ява, Калімантан, Сулавесі, Суматра), Малайзія (Сабах, Саравак), Непал, Папуа Нова Гвінея (архіпелаг Бісмарка), Філіппіни. Проживає від рівня моря до 2100 м над рівнем моря. Житель лісів та кокосових плантацій прилеглих до лісів.
Голова і тіло довжина від 52 до 64 мм, довжина хвоста 30 до 38 мм, передпліччя від 30 до 38 мм, вага від 8 до 13 гр. Забарвлення від червонувато-коричневого до темно-коричневого. Крила відносно короткі. Писочок широкий, череп короткий заокруглений.
Здається, немає серйозних загроз для даного виду. Вид був записаний у багатьох охоронних територіях..
Philetor brachypterus là một loài động vật có vú trong họ Dơi muỗi, bộ Dơi. Loài này được Temminck mô tả năm 1840.[1]
Bài viết họ Dơi muỗi này vẫn còn sơ khai. Bạn có thể giúp Wikipedia bằng cách mở rộng nội dung để bài được hoàn chỉnh hơn. Philetor brachypterus là một loài động vật có vú trong họ Dơi muỗi, bộ Dơi. Loài này được Temminck mô tả năm 1840.
로후박쥐(Philetor brachypterus)는 애기박쥐과에 속하는 박쥐의 일종이다.[2] 로후박쥐속(Philetor)의 유일종이다. 브루나이와 인도네시아, 말레이시아, 네팔, 파푸아뉴기니 그리고 필리핀에서 발견된다.[1]
작은 박쥐로 몸통 길이가 50.5~65mm이고 전완장이 30~39mm, 꼬리 길이가 29.6~40mm이다. 발 길이는 8~11mm, 귀 길이는 10~14mm이고 날개 폭은 최대 26.3cm, 몸무게는 최대 15g이다.[3] 털이 짧고 무성하다. 등 쪽 털은 불그스레한 갈색부터 짙은 갈색까지 다양하고, 배 쪽은 불그스레한 갈색부터 회색빛 갈색까지 띤다. 머리는 편평하다. 주둥이는 넓고 끝이 뭉툭하며 털이 약간 덮여 있다. 귀는 크고 둥글다.
땅 1.5~4.5m 위의 나무 구멍 속에 최대 55마리까지 무리를 지어 은신한다. 포식 활동은 해가 진 이후에 시작한다. 숲이나 목초지에서 잡은 딱정벌레와 벌을 먹는다. 5월말과 6월 중순 사이에 새끼 한 마리를 밴 암컷이 포획된다. 한 번에 한 마리의 새끼를 낳는다.
인도 시킴주와 네팔 중부와 동부, 말레이반도, 수마트라섬 서중부, 보르네오섬 북부, 술라웨시섬, 필리핀 루손섬과 카탄두아네스주, 레이테섬, 네그로스섬, 파나이섬, 사마르섬, 민다나오섬, 뉴기니섬, 뉴브리튼섬 동부, 뉴아일랜드섬 남부 등에 널리 분포한다. 해발 최대 2100m 이내의 열대 우림과 산지림, 이차림, 습지 숲에서 서식한다. 뉴기니섬 코코넛 농장에서 관찰되기도 한다.
