nomes no trilho de navegação
De custardappel (Annona reticulata) of ossenhart is een tot 10 m hoge, in droge tijden bladverliezende, boom.
De afwisselend geplaatste tot 20 x 5 cm grote, verspreid staande bladeren zijn lancetvormig en gespitst, leerachtig met een zwakke glans en hebben een gave rand en zijn kaal. De bloemen groeien in hangende trossen van twee tot tien stuks.
Zoals alle soorten uit het geslacht Annona bestaat ook deze soort uit verzamelvruchten die uit vele vergroeide vruchtbladen bestaan, wat bij deze vrucht op basis van de weinig gestructureerde schil en de homogene pulp niet makkelijk te zien is. De vruchten zijn appel of hartvormig en bij de steel ingedeukt. De vrucht wordt tot 8-13 x 8-16 cm groot. De 1 mm dikke schil is hobbelig en glanzend, rijp goudgeel of oranjerood, vaak met zwartbruine vlekken.
Op de markt ziet men vaak overrijpe, lelijke bruine vruchten die als handfruit het lekkerst zijn. Rijp is het witte vruchtvlees melig, fijnkorrelig pappig, weinig sappig en aromatisch-zoetzuur van smaak. Aangesneden vruchten worden snel bruin. De vrucht bevat vele 1,2 cm grote zaden.
Alle andere delen van de plant (dus behalve de vrucht) zijn giftig. De bomen dragen vanaf 4 jaar oud tot 45 kg aan vruchten per jaar.
De custardappel komt van nature voor op de Cariben en wordt veel geteeld in Midden- en Zuid-Amerika. In de Oude Wereld treft men de custardappel minder vaak aan.
De custardappel (Annona reticulata) of ossenhart is een tot 10 m hoge, in droge tijden bladverliezende, boom.
