Riempjesmos (Rhytidiadelphus loreus) is een soort mos van de klasse Bryopsida (bladmossen).
Het is een vrij zeldzame soort van vochtige bossen uit het hele Noordelijk Halfrond.
De botanische naam Rhytidiadelphus is afgeleid van Rhytidium, een mossengeslacht, en het Oudgriekse ἀδελφός, adelphos (broer), wat een relatie tussen beide geslachten impliceert. De soortaanduiding loreus is eveneens afkomstig uit het Oudgrieks en betekent 'gestreept'.
Het riempjesmos is een vrij groot mos dat ijle, struikvormige matten vormt met stevige en stugge, liggende en dikwijls opstaande planten. De stengels zijn rood gekleurd, tot 20 cm lang, spaarzaam vertakt. De zijtakken zijn wijd afstaand.
De stengelblaadjes zijn afstaand, grijsgroen, tot 4 mm lang, geplooid, ovaal tot lancetvormig, nogal abrupt versmallend in een lange, teruggebogen top. De bladrand is tot aan het midden fijn gezaagd. De nerf is kort V-vormig of ontbreekt volledig.
De sporofyt bestaat uit een lange steel of seta met aan de top een eivormig sporogoon of sporenkapsel, tot 2,5 mm lang.
Het riempjesmos geeft de voorkeur aan bossen met een hoge luchtvochtigheid, waar het te vinden is op vermolmde boomstronken, strooisel en soms op boomstammen, vooral op wilg.
Het riempjesmos is een kensoort voor de klasse van de naaldbossen (Vaccinio-Piceetea).
Het riempjesmos heeft zijn natuurlijke verspreidingsgebied in het Noordelijk Halfrond (West- en Midden-Europa, Noord-Azië en delen van Noord-Amerika). Het is in België en Nederland een vrij zeldzame verschijning.
Het riempjesmos verschilt van het algemenere en nauw verwante gewoon haakmos (R. squarrosus) door de rode, schaars vertakte stengel, en het struikvormig habitus. Het onderscheidt zich van het pluimstaartmos (R. triquetrus) door de kortere blaadjes en de korte of afwezige nerf.
Bronnen, noten en/of referentiesRiempjesmos (Rhytidiadelphus loreus) is een soort mos van de klasse Bryopsida (bladmossen).
Het is een vrij zeldzame soort van vochtige bossen uit het hele Noordelijk Halfrond.