De kookaburra of gewone kookaburra of lachvogel (Dacelo novaeguineae) is de grootste ijsvogelsoort. De naam lachvogel slaat op de roep van deze vogel die erg op de menselijke lach lijkt.
De kookaburra heeft een lengte van ongeveer 42 centimeter[2] en een gewicht van 310 tot 480 gram. De kookaburra heeft een lange, forse snavel en is roomkleurig op de kop en de borst. De kruin is bruin en daaronder loopt weer een brede, bruine oogstreep. Op de bruine vleugel zitten wat blauw gekleurde dekveren en de staart is roodbruin met een donkere bandering. Mannetjes en vrouwtjes lijken sterk op elkaar. Het mannetje heeft soms wat blauwe vlekken op de stuit.[3]
In tegenstelling tot veel andere, meestal kleine soorten ijsvogels is deze ijsvogel niet aan water gebonden maar jaagt hij op landdieren: insecten, slakken, kikkers, reptielen en soms kleine vogels.
De kookaburra is een standvogel die oorspronkelijk endemisch voorkomt in oostelijk, zuidoostelijk Australië. Het leefgebied bestaat uit loofbossen en graslanden maar ook in agrarisch gebied en nabij menselijke bebouwing, zoals in tuinen en stadsparken.
De soort telt 2 ondersoorten:
De vogel is in de 19e eeuw ingevoerd in Nieuw-Zeeland en zuidwestelijk Australië en in 1905 op Tasmanië.[3] Het is een algemene vogel. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de soort in aantal achteruitgaat. Om deze redenen staat de kookaburra als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Bronnen, noten en/of referentiesDe kookaburra of gewone kookaburra of lachvogel (Dacelo novaeguineae) is de grootste ijsvogelsoort. De naam lachvogel slaat op de roep van deze vogel die erg op de menselijke lach lijkt.
Het geluid van een lachende kookaburra Kookaburra die een worm vangt.