Watervlooien (Cladocera) zijn een superorde van kleine kreeftachtigen uit de klasse van de Branchiopoda (blad- of kieuwpootkreeftjes).
Het woord "watervlooien" is geen scherp omlijnd biologisch begrip en wordt soms ook ruimer toegepast op alle kreeftachtige organismen van hetzelfde formaat en daaronder vallen dan ook de eenoogkreeftjes. Een enkeling rekent totaal andere, kleine dierlijke waterorganismen zoals raderdiertjes ook tot de "watervlooien".
De bekendste watervlo, Daphnia pulex (pulex, Latijn voor vlo), behoort wel tot de cladoceren. Hij is een recordhouder wat betreft zijn grote aantal genen: 31.000.[1][2][3]
Watervlooien zwemmen met behulp van roeipoten schokkerig en snel door het water. Ze worden tot het zoöplankton gerekend. Sommige soorten komen zo massaal voor dat het water ter plaatse een rode kleur krijgt. Watervlooien komen in allerlei watertypen voor en voeden zich door het water te filteren en het daarin voorkomende voedsel te consumeren. Er zijn soorten die ander zoöplankton eten.
Watervlooien planten zich het grootste deel van het jaar ongeslachtelijk voort. Het gaat dan steeds om vrouwelijke exemplaren. Wanneer de omstandigheden ongunstig worden, worden er pas mannetjes gemaakt. De bevruchte eitjes bevinden zich in een beschermend stevig omhulsel, het zogenoemde ephippium.
De volgende taxa worden bij de superorde ingedeeld:
Watervlooien (Cladocera) zijn een superorde van kleine kreeftachtigen uit de klasse van de Branchiopoda (blad- of kieuwpootkreeftjes).
Het woord "watervlooien" is geen scherp omlijnd biologisch begrip en wordt soms ook ruimer toegepast op alle kreeftachtige organismen van hetzelfde formaat en daaronder vallen dan ook de eenoogkreeftjes. Een enkeling rekent totaal andere, kleine dierlijke waterorganismen zoals raderdiertjes ook tot de "watervlooien".
De bekendste watervlo, Daphnia pulex (pulex, Latijn voor vlo), behoort wel tot de cladoceren. Hij is een recordhouder wat betreft zijn grote aantal genen: 31.000.