dcsimg
Image of Fenestrulina delicia Winston, Hayward & Craig 2000
Creatures » » Animal » » Moss Animals » » Fenestrulinidae »

Fenestrulina delicia Winston, Hayward & Craig 2000

Description

provided by World Register of Marine Species
Vormt een kleine witte ronde korst. Zoïden ovaal tot onregelmatig, 0,5 tot 0,8 mm lang, gescheiden door diepe groeven. De gladde laterale wand vormt een scherpe boord met het frontale oppervlak en bedekt de buitenrand van de marginale poriën. Grote stervormige poriën in 2 of 3 rijen tussen de ascopore en de opening, 1 of 2 rijen langs de laterale rand en 1 rij langs de proximale rand. Geen poriën tussen de ascopore en de proximale zoïdenrand. Opening D-vormig met een klein driehoekig scharnierpunt in beide proximale hoeken. Distaal en distolateraal van de opening komt een rij poriën voor in één of twee scherp afgelijnde panelen. Ascopore omrand door een opgerichte boord, de porie zelf heeft een getande binnenrand. Zoïden zonder broedkamer hebben 1 tot 4 orale stekels, maar meestal is er een restant van een mediale distale stekel te vinden. Zoïden met broedkamer met stekel aan weerszijden van de opening. Broedkamer met opgerichte boord en grote marginale poriën. Het distale deel ruw met dikke ribben tussen de marginale poriën en de top, waar ze samenkomen met een onregelmatige dwarse plooi. Ancestrula ovaal met frontaal membraan met 10 marginale stekels, omringd door 6 periancestrulaire zoïden. De polypide draagt 13 tentakels (waarneming Marco Faasse).

Reference

De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende. 464.

license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
contributor
De Blauwe, Hans, H.

Distribution

provided by World Register of Marine Species
Herkend in 1994 en beschreven in 2000 van de Golf van Maine in het westelijk deel van de Atlantische Oceaan, heel kort daarop ontdekt op testpanelen in Alaska en San Francisco (oostelijk deel Stille Oceaan). In 2005 zijn enkele kolonies bij het duiken nabij het Goesse Sas in de Oosterschelde verzameld op losse mosselkleppen. Het op korte termijn opduiken op zo ver uiteenliggende plaatsen doet vermoeden dat het om een recente introductie van een exoot gaat. Aangetroffen in Granville (Normandië) in 2007, in 2008 algemeen op de binnenzijde van schelpen in Le-Val-André (Bretagne).

Reference

De_blauwe, H. (2009). Mosdiertjes van de Zuidelijke Bocht van de Noordzee: Determinatiewerk voor België en Nederland. Vlaams Instituut voor de Zee, Oostende. 464.

license
cc-by-4.0
copyright
WoRMS Editorial Board
contributor
De Blauwe, Hans, H.